Full text |
rijkste bestaansgrond was van deze ordonnantie (24). Welke opinie men
ook de voorkeur geeft, het kan niet ontkend worden dat het wettelijk
depot eerst in Franrijk en daarna pas in andere landen tot stand kwam
ook wordt de geschiedenis van het wettelijk depot in Frankrijk gekenmerkt
door een functioneringscontinuïteit : slechts de eerste jaren van de Revo-
lutie deed zich daarin een breuk voor. Een historisch overzicht van het
wettelijk depot in Frankrijk valt uiteen in twee grote periodes : de periode
vóór en de periode na 1704. De eerste periode wordt gekenmerkt door
een rechtstreeks depot bij de volgende beneficanten : de Koninklijke Biblio-
theek, de "Communauté des Libraires”, de Kanselier en het "Cabinet
du Roi”. Van 1704 af gebeurde het depot onrechtstreeks ; de "Communauté
des Libraires et Imprimeurs de Paris” ontving een aantal depotexemplaren
en verdeelde deze onder de Koninklijke Bibliotheek, de Kanselier, de
"Garde du Cabinet du Château du Louvre” en de censor. Over de
activiteiten van deze laatste is slechts weinig geweten ; wel staat vast
dat naar het einde van de XVIHe eeuw toe politie-inspecteurs, eerst acci-
denteel daarna systematisch, belast werden met het opsporen van de
niet in depot gegeven werken. Na de Revolutie verdween de verplichte
deponering, verbonden aan privilegie en censuur, om in 1973 heringesteld
te worden met een nieuw doel, nl. de bescherming van het auteursrecht ;
men hoefde echter slechts tot het depot over te gaan in geval men be-
scherming van zijn auteursrecht wenste (25).
In de loop van de XlVe eeuw zou deze opvatting van litteraire eigendom
beschermd door het depot zich verspreiden in alle landen die in het
Napoleontische burgerlijk wetboek een voorbeeld zagen. Ook de naleving
van de wetgeving was in deze eeuw veel stipter dan gedurende het
Ancien Régime. Toch werd het verdwijnen van censuur en privilegie,
oorspronkelijke bestaansredenen en tevens wettelijke bases van het
wettelijk depot, deze instelling soms fataal ; dit was o.a. het geval met
verschillende Duitse staten, in de tweede helft van de XlXe eeuw. Ook
België achtte het van 1886 af niet meer noodzakelijk dat ter bescherming
van het auteursrecht een exemplaar bij het Ministerie van Binnenlandse
Zaken gedeponeerd werd. Toen in 1912 Nederland toetrad tot de Berner
Conventie - die de moderne, internationaal geldende regels van het auteurs-
recht omvat en bepaalt dat voor de erkenning van het auteursrecht depo-
nering niet nodig is -, werd ook in dit land het depot afgeschaft. Engeland
evenwel, in 1911 eveneens toegetreden tot de Conventie van Bern, behield
de bepalingen betreffende het wettelijk depot die voorkwamen in de
afgeschafte wet op het auteursrecht. De Verenigde Staten en de Zuid-
Amerikaanse landen zijn niet toegetreden tot de Conventie van Bern en
kennen dus nog steeds het depot als vereiste voor de bescherming van het
auteursrecht.
Bibliotheekgids — Jg. 49 — Nr. 3 — 1973 / 119 |