Full text |
kamer van den sarcophaag en de
daaraan grenzende plaats. - De heer
H. Carter belooft ons daarover een
tweede deel. Ik ga dus zeker de gevonden
voorwerpen niet opsommen, die nog
maar onvolledig bekend gemaakt zijn
door de photographische dokumenten.
Wat evenwel reeds vast schijnt te staan,
is dat de wonderlijke ontdekking
vooreerst, maar vooral het gerucht van
de groote pers die altijd klaar is een
publiek te dienen dat dorst naar nieuwe
indrukken, het artistiek belang van de
Carnavon-Carter opzoekingen hebben
overdreven. De voorwerpen vertoonen
voor een zeer groot deel en met een
onvergelijkelijken rijkdom, geheel tot
hiertoe ongekende specimen en krijgen
daardoor een onschatbare waarde als
kultureele en wetenschappelijke doku-
menten. Maar zeker is de stijl minder
schoon dan die van Teil el Amarna. Een
der leerzaamste, en volgens H. Carter
een der bijzonderste stukken, is de stoel
van den Pharao met het rijke beeldwerk
aan het ruggestuk. Het intieme tooneel
van de koning en de koningin laat nog
wel denken aan Teil el Amarna, niet
alleen uit een iconographisch oogpunt
maar ook voor den stijl. Maar de
buitengewone gevoeligheid van' Ich-
n-aton is reeds verloren. Het pan-
neel van Tut-Anch-Amon biedt nog
slechts een stijf en akademisch uitzicht.
De rijkdom in het détail en de uitvoe-
ring zijn elementen van dekadentie.
Er is daar stof voor gevolgtrekkingen.
De stijl van Tell-el-Amarna vertoont
zich als een werk dat men moet
beschouwen als eenig en onverdeelbaar,
van een verfijning zóó teeder, zóó
volmaakt, zóó zeker van zijri middelen
en zijn mogelijkheden, dat zijn inwen-
dige spanning geen vermeerdering kon
lijden. De gedurfde oplossingen dezer
kunst zijn een hoogtepunt en de droom
van Ich-n-aton eindigt met haar, de
politieke reaktie is vergezeld van die
der kunst. De heer H. Carter doet hier
uitschijnen dat het tijdvak waartoe het
graf van Tut-anch-amon behoort een
der voornaamste is in de Egyptische
232
kunst. Het zou misschien juister zijn te
zeggen dat deze kunst het hoogste
punt harer baan bereikte te Tell-el-
Amarna en dat de kromming voortaan
zal dalende zijn. Men kan het slechts
eens zijn met den heer H. Carter om te
zeggen dat Ich-n-Aton een minder dan
middelmatig vorst en staatsman was, in
zijn droomen verloren en onbezorgd
voor het welzijn van zijn rijk. Maar hoe
meer men er in slaagt zijn aktie in de
kunst te lokaliseeren, hoe meer men er
van overtuigd is dat zij wonderbaarlijk
was, dat de sublieme kunst van zijn tijd
wel degelijk zijn schepping was en dat
hij te tellen is onder de grootste en
oorspronkelijkste kunstenaars die de
wereld gekend heeft.
Zeker, het graf van Tut-anch-Amon
toont ons meesterwerken der Egyptische
kunst, als het Thueris rustbed, maar
het zal noodig zijn eenmaal het ensem-
ble van deze opzoekingen te situeeren
in de geheele evolutie van de Egyptische
kunst, zonder natuurlijk rekening tê
houden noch met de gevoelens van den
dag, noch met de mode van morgen.
C H
Dr. J. MAES : ANIOTA KIFWE-
BE. HET MATERIAAL VAN
DEN BESNIJDENIS-RYTHUS EN
DE MASKERS VAN BELGISCH
KONGO. Antwerpen, „De Sikkel
Santpoort : C. A. Mees.
Een boek dat waarlijk een leemte vult.
Tot hiertoe waren de studies over de
maskers en het materiaal der rythen
verspreid in een aantal werken, waarin
zij steeds behandeld werden op een
min of meer ondergeschikte manier. De
heer Maes heeft de groote verdienste,
de gekende bewijsstukken alsmede zijn
eigen ondervindingen vereenigd te heb-
ben in een waarlijk methodisch en
wetenschappelijk werk. Dit boek brengt
niet alleen de oplossing van sommige
vragen, maar het duidt insgelijks de
vragen aan di® zich opdringen en de te
kiezen richting voor komende opzoe-
kingen. De wetenschappelijke bijdrage
van den heer Maes getuigt van zijn
groote bevoegdheid, daarenboven |