Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>Wanneer de arme man aldus behandeld wordt door zijne eigen dochter, wil ik ten minste niet, dat er nog vreemde gezichten zijn lijk naderen." „Het is Kt niet, mensa ; die man blijft maar hier om te waken, dat de zegels worden geëerbiedigd, en 'er niets uit het huis worde weggedaan." Nu begreep zij beter en schoot toe op den deurwaarder, zóo kwaad, dat deze eenen stap achteruit deed in de geopende deur. „Houdt ge mij dan voor schelm of dief? Meent gij dat ik er op uit ben gelijk zuster Barbara? Nog geene speld zou ik begeeren van al haar goed! Maar als ik kon maken, dat van heel de erfenis voor haar geen knop overbleef, dan deed ik het, en dan zou ik van mijn leven nog zooveel pleizier niet gehad hebben... Zeg dat aan zuster Barbara, of hoe heet zij ook weer.... die lekkere, die zonder hart! " Zoo luid schreeuwde de meid, dat men hare woorden op de straat kon verstaan, wat het gemompel aldaar nog deed toenemen, zoodanig zelfs, dat de deurwaarder meende, dat het tegen hem gericht was.... Doch men had het alleen tegen de dochter, en nu men vernomen had, dat Rozeken in religie zuster Barbara hiet, was het al zuster Barbara wat men hoorde en steeds even weinig vleiend voor zuster Barbara. Al goed dat zuster Barbara zelve ,niet gekomen was op dit °ogenblik ! Zij kwam evenmin de begrafenis bijwonen .. Al liet boer Dierckx, buiten haar, enkel zeer verwijderde bloedverwanten na, welke misschien niet eens waren verwittigd wie zou het gedaan hebben? was er veel volk, om den ouden boer naar zijne laatste rustplaats te vergezellen. Het was wel te zien, hoe de</p>
<p>DE BOER DER SCHRANSE.</p>
</text>
|