Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>zich de blanke schat eener weelderige ontwikkeling in Kaatjes zware borsten. Willem voelt het vuur des hartstochts met woede in zijn hart blaken, maar.... Stil !... daar is gerucht aan de voordeur. Nu zal het wel zijn, hoop ik, zegt Kaatje hijgend. Spoed u nu haastig van mijne kamer.</p>
<p>Kaatje heeft zich niet bedrogen. Het is Alfred, die terugkeert. Het duurt vrij lang vooraleer de deur open is. Eens binnen, loopt hij tegen stoelen en meubelen. Eindelijk is hij met veel moeite en op groot gevaar te verongelukken, den nauwen steilen trap opgekropen, en waggelt razend en tierend zijne slaapkamer binnen. Ha, zijt ge daar, feeks !</p>
<p>Kaatje zwijgt.</p>
<p>Het is we 1.... der moeite waard,... dat ik mijn vaderland,... mijne familie..., en.... mijne vrienden,.., voor een..., schandaal.... als gij zijt, verliet. Alfred valt voorover op zijn bed. Kaatje zwijgt.</p>
<p>Alfred recht zich met moeite overeind</p>
<p>—lk weet niet.... waarom..., ik u.... niet.... den kop verbrijzel. Morgen,.... gooi ik.... u de.... deur uit ! Maar, Alfred toch ! mompelt Kaatje. -- Alfred ! Alfred !... Ja.... Alfred, de gek,... die zijne toekomst..., voor eene.... ontrouwe.... vernielde.</p>
<p>Voor eene ontrouwe ? Zwijg, of ik sla u dood ! Ik ben geene ontrouwe !</p>
<p>Als ik zeg,... dat gij.... eene ontrouwe, eene eerlooze, eene h.... zijt ! bevestigt, met nadruk en stotterend, de door drank opgewonden jongeling, en meteen geeft hij het meisje een hevigen slag op het aangezicht, terwijl hijzelf achterover valt.</p>
<p>Kaatje schuimbekt van woede. Eene .zenuwachtige beweging loopt over hare wezenstrekken, haar oog flikkert. Het schijnt als wil zij overeind springen en, eene Furie</p>
</text>
|