Full text |
delen om na te zien of een boek volledig
is (paginatuur, signaturen).
5° Illustratie : Algemeene aanwijzingen
over de meest gebruikte soorten van
illustratie; pho- totypie, similigravure;
omtrekgravure. Afbeeldingen (figuren)
in den tekst. (Modellen als bewijs). Bui-
tentekst platen. (Modellen als bewijs).
— Rol der illustratie in het modern
boek, voor de openbare bibliotheken
bestemd.
(Nota. — Bezoek, onder leiding van den
leeraar, aan een drukkerij en boek-
binderij. In den loop van dit bezoek,
de onder nrs 2, 3 en 5 vermelde
aanwijzingen practisch volledigen.)
II. MATERIEELE INRICHTING
DER OPENBARE BIBLIOTHEEK.
1. — Het lokaal. — Keus, plaats, ligging,
gemakkelijke toegang. Voordeelen
welke kunnen voortspruiten uit eene
dubbele zaal, de eene voor de eigenlijke
bibliotheek, de andere als leeszaal
aangewend. Deze schikking is wensche-
lijk, niet onontbeerlijk.
2. — De meubelen :
a) Boekenplanken :
1° Practische en goedkope stelsels :
kasten, planken ; hunne schikking.
2° *Eenige woorden over zekere
moderne stelsels.
b) Tafels, stoelen ; desnoods uitstallings-
tafel voor tijdschriften en dagbladen.
c) Bakjes voor steekkaarten. —• Wat is
een bakje voor steekkaarten ?
Type bakje. Practische middelen om die
bakjes te vervangen wanneer men er
geene heeft.
d) Registers en steekkaarten. (Voor de
bijzonderheden, zie verder : III, 1 en 2).
e) Versiering van het lokaal. ■—• Haar,
nut ; middelen om het lokaal aantrekke-
lijk te maken : kaarten, platen welke
gebouwen, portretten, planten, enz.,
voorstellen.
III. — DE INDEELING
VAN HET BOEK OF CATALOGUS.
Nut en noodzakelijkheid van den cata-
logus. — Benoodigd materiaal voor het
opmaken van den catalogus (registers
en steekkaarten).
1. .— Register der binnenkomende
werken (aanwinstregister). -— Formaat.
Verdeeling in kolommen. Onontbeer-
lijke vermeldingen welke het moet
bevatten. — Practisch middel ter
vervanging van een gedrukt register.
2. — De steekkaart :
a) Wat is een steekkaart? Hare rol
in de moderne wetenschap. Hare rol
uit het oogpunt der goede inrichting
eener bibliotheek.
b) Grootte der steekkaart. Het inter-
nationale type.
c) Vermeldingen welke op eene
gedrukte steekkaart moeten voorko-
men. Practisch middel ter vervanging
van gedrukte steekkaarten. (Schets van
de steekkaart).
d) Respectieve waarde van het register
(administratief bewijsstuk) en van de
steekkaart (bewijsstuk, desnoods door
den lezer te gebruiken).
3. -— Inventaris van het boek :
a) Inschrijven van het boek in het
aanwinstregister. Te volgen stelsel.
b) Inschrijven van het- boek op een
steekkaart.
1° Dé type- of bijzonderste steekkaart
(schrijver, titel, bibliographische index,
oord der uitgave, naam van den drukker
of uitgever, datum, aantal deelen; des-
noods, aanduiding van uitgave, formaat,
aantal bladzijden, illustratiën).
2° De ideologische steekkaart of per
onderwerpen.
3° De verwijzing-steekkaart.
(Nota. — Dit gansche onderricht zal
practisch geschieden. Men zal boeken
en steekkaarten uitdeelen. Men zal de
opgemaakte steekkaarten bespreken,
slecht opgemaakte steekkaarten uitden-
ken, een type-fiche invullen, men zal de
hoofdbestanddeelen van het boek
onderzoeken, ten einde ideologische
steekkaarten op te stellen).
4° Op ondervinding steunende (empi-
rische) middelen : schrijfboeken; getypte
bladen.
4. ■— Rangschikken van het boek of
nummeren.
a) Verschillende stelsels. Decimaal
stelsel.
281 |