Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>THEODOOR. Neen, ook zal ik M. Kranshof verzoeken maatregelen tegen dit werkverzuim in te spannen. Wij zullen met de strengste beginnen. Kent gij in de fabriek den genaamden Baerd ?</p>
<p>KRELIS. Wie zou dien niet kennen, ISlijnheer, een katoenspinner van de zaal N° 4 ; het werkvolk noemt hem den predikant.</p>
<p>THEODOOR, Wel nu, ik heb reden om te gelooven dat de woorden van dien predikant niet vreemd zijn aan de gisting, welke hier heerscht. Krelis, haal mij eens het werkboek van nummer 4. (Krelis gaat links af.)</p>
<p>MARIA (nadenkend). Baerd !Is het niet de man waarvan moeder De Bohra mij gesproken heeft, zeggende dat zij hem vroeger gekend had, en dat zij omtrent Zijne levenswijze ~sela° ingelicht te wezen.</p>
<p>THEODOOR. Heeft zij u ook over hem gesproken ? Het is zonderling, iedermaal dat zij mij ziet, overlaadt zij mij met vragen opzichtens dien man. Zondag verleden, toen ik haar volgens gewoonte ging bezoeken, vroeg zij mij zelfs of ik Met hem nog niet gesproken had. Dit heeft mij omtrent den persoon opmerkzaam gemaakt, ik heb mij Over hem bevraagd en hieruit vernomen dat hij een heethoofd is, en dat hij zelfs in volksvergaderingen en meetingen het woord voert. Ik vermoed uit dit alles dat hij waarschijnlijk deel maakt van zekere geheime genootschappen, die tegenwoordig over ganseh Europa zijn verspreid, en voor zending hebben de groote, werkgestichten -door den kanker der werkstakingen en des oproers te verknagen. (Krelis treedt op met het werkboek.)</p>
<p>Knnms. Hier hebt gij het werkboek, Mijnheer.</p>
<p>THEODOOR (het boek aan zijnen lessenaar doorbladeren</p>
</text>
|