Full text |
ze kopen eerder met mate boeken en hebben geen grote huisbibliotheek.
In de groep van arbeiders zijn zij die weinig lezen, slechts schooler-
varingen kenden, met zwakke leescultuur in het gezin van herkomst,
wiens vrienden en kennissen evenmin boeken lezen, alsook zij die veel
boeken kopen geen leden van de openbare bibliotheek. Sociale par-
ticipatie evenwel gaat bij de groep der arbeid(st)ers duidelijk met OB-lid-
maatschap gepaard ;
c. Bedienden laten zich vaak ietwat anders karakteriseren : midden leeftijd
(36-50 j.), sterke leesfrequentie, positieve houding tegenover de OB,
kopen graag en veel boeken, hebben een humaniora opleiding achter de
rug, ontlenen vooral om recreatieve redenen boeken ;
d. Kaderpersoneel en Onderwijsmensen : meestal jonger (20 tot 35 j.),
vooral de vrouwen, hoge leesfrequentie, positieve houding tegenover de
OB, een sterke gezinsleescultuur.
Een tweede opzet van de studie was vooral het opsporen van enkele
oorzakelijke factoren van OB-bezoek. Essentieel geeft het onderzoek vier
van elkaar te onderscheiden en afzonderlijk werkende mechanismen aan.
a. hoe meer men leest, hoe eerder men lid is van de OB. Vooral bij ar-
beiders en bedienden is een bepaalde voorafgaandelijke leesfrequentie een
voorwaarde tot beginnend bibliotheekbezoek ;
b. hoe meer ook de gezinspartner lezen kan waarderen, hoe meer ook
de kinderen boeken lezen zodat men met hen over boeken in gezinsverband
kan spreken, des te meer is men lid van de OB. Wellicht is het zo dat lezen
geschiedt in volle akkoord, met de steun van en in relatie tot de overige
gezinsleden. Aldus is de lectuur van boeken hoofdzakelijk een manifeste,
volledig aanvaarde en normale aangelegenheid in het gezin. Ook het bin-
nentreden in de OB is een manifestatie van het eigen leesgedrag tegenover
de anderen. Positief gezinsleesklimaat kan deze manifestatie naar buiten toe
mogelijk maken en aanmoedigen. Wie thuis de enige lezer is en door de
overige gezinsleden afgekeurd wordt moet reeds de positieve stimulans ken-
nen van andere factoren als grotere leesdruk (studie, bijscholing), sterkere
ouderlijke leescultuur wil hij lid van de OB worden. Een negatieve of on-
verschillige houding bij de gezinsleden beinvloedt wellicht meer het OB-
bezoek zelf dan het feitelijk leesgedrag. Lezen kan men nog altijd doen
teruggetrokken op zijn eentje. Wanneer men een OB wil bezoeken, is vaker
de medewerking van de overige gezinsleden noodzakelijk. OB-bezoek vereist
immers meestal allerlei praktische afspraken in het gezin : de partner moet
dan even op de kinderen letten, de auto moet op het ogenblik van de
uitleenuren beschikbaar zijn, bij ziekte moet de partner de nodige boeken
willen halen, vaak moet een aktiviteit onderbroken worden wat gevolgen
heeft voor de overige gezinsleden. In elk van deze situaties is OB-bezoek
niet zomaar een louter individuele aangelegenheid maar een mede door de
Bibliotheekgids — Jg. 54—Nr. 1 — 1978 / 15 |