| Full text |
Bedienden, lagere ambtenaren, maar vooral kaderpersoneel, onderwijs-
mensen en leidinggevende personen zijn als groep procentueel meer lid van
de openbare bibliotheek dan hun relatieve getalsterkte in de bevolking. Als
verklaring voor dit feit wordt graag naar voren geschoven dat zij ge-
makkelijker een OB bezoeken omwille van sterkere leesinteresse, minder
drempelvrees, gemakkelijker de OB als een recht zien, via school in kontakt
gebracht met de OB enz.
Huisvrouwen, maar vooral arbeiders, zijn dan duidelijk weer minder
lid van de openbare bibliotheek. Aan de hand van gegevens uit dit on-
derzoek te Groot-Aalst kunnen een viertal oorzaken duidelijk naar voren
geschoven worden :
a. Er is een verschil in genoten onderwijs. Wie langer naar school gaat,
heeft niet alleen een grotere leeservaring, hij leert ook meer en sneller
gebruik te maken van de openbare dienstverleningen (zie punt 6 waar de
invloed van de school besproken wordt)
b. Arbeiders vinden moeilijker de weg naar de OB. Als ze veel lezen, komen
ze na verloop van tijd door deze intense leesbehoefte vast en zeker on-
danks alle familiale, culturele, of andere handicaps toch in kontakt met de
OB. Hiertegenover staat dat in dit onderzoek blijkt dat bedienden en
kaderpersoneel ook als ze weinig lezen de OB gebruiken voor deze ge-
ringe voorraad boeken. De arbeider dïe weinig leest bezoekt geen OB. Dit
bewijst dat hij niet zomaar eens een OB binnenwipt. Een drempelvrees
(hoe ontstaan?) (hoe instandgehouden?) weerhoudt hem gebruik te ma-
ken van de OB.
c. Bij arbeiders, wat niet zo is bij bedienden en kaderpersoneel, is boeken
kopen concurrentieel met OB-bezoek. Vaak is het zo dat de arbeider in-
dien hij slechts weinig leest of matig leest deze boeken zelf koopt bij een
boekwinkel, in een grootwarenhuis of via een boekenclub. Daarentegen is
het zo dat ook de arbeider die veel leest veel de bibliotheek gebruikt. Ver-
der is het zo dat als de arbeider de bibliotheek in het vizier gekregen heeft
hij er veelvuldig gebruik van maakt.
d. Bij arbeiders blijkt ook langer de invloed waarneembaar van negatieve
schoolervaringen. Algemeen genomen blijft men niet van een OB weg
omdat men de school oninteressant vond. Arbeiders evenwel reageren an-
ders. Zij die de school, om wat voor reden ook niet interessant vonden,
gaan duidelijk minder naar de OB. Een zekere vijandigheid tegenover de
school zowel als tegen andere vormen van scholing en opvoedingsagenten
is bij deze arbeiders waarneembaar.
10 / Bibliotheekgids—Jg. 54—Nr. 1 — 1978 |
