Full text |
borst er alzoo eens uit zijne bevende lippen, dat zij toch kosten ver-
staan hoe ik honger en dorste om goed te doen. “ Ten slotte wordt
hij geheel uit het college verwijderd en overgeplaatst als onderdirek-
teur naar het Engels seminarie te Brugge. Ook in dit Seminarie blijft
hij niet. In 1865 wordt hij onderpastoor van Ste-Walburga’s parochie
binnen Brugge. Hij moet nu deel nemen aan de lokale politiek, sticht
daarnaast op eigen initiatief een bibliotheek en het befaamde „ Rond
den Heerd“, een leerblad voor zijn eenvoudige landgenoten. Hij is
een slechte zakenman en zijn kunstenaarschap gaat geheel te niet
onder de materiële beslommeringen. Ook 't eigen huishouden springt
op krukken. Hij verhuist herhaaldelik. De meid bedrinkt zich en
maakt schulden (Walgrave is zeer voorzichtig in het behandelen van
deze episode en draagt zorg dat geen smetje op Gezelle’s waardig-
heid kleeft). Zijn ouders zijn ondertussen geheel aan lagerwal geraakt
en klagen dat hij nooit bij hen komt en dat het lijkt of zij bij hem
nooit welkom zijn. Als een frisse oase te midden van deze ellende,
dit bezoek bij een oud-schoolvriend te Kortrijk, die hem ,,Die Ruhe
van Schubert speelt. De morgenzon schijnt doör de vriendelike kamer.
Gezelle wandelt door het vertrek en dicht :
O morgenstond, uw blij gelaat
na lang getreur mij hopen laat
dat eind’lijk eens een enklen dag
enz.
Een groot man, en een kinderlik man, niettegenstaande af en toe wat
eigenzinnigheid tegenover overheden.
Om zijn priesterlike waardigheid te redden komt het de bisschop
geraadzaam voor, Gezelle uit de stad te verwijderen en naar Kortrijk
over te plaatsen.
Hoe het hem daar verging zal een twede deel ons leren.
Eug. D. B.
15 |