Full text |
was van pacifisme. Als u naar andere domeinen kijkt, ziet u in die tijd ver-
schillende internationale organisaties zoals IFLA tot stand komen. Maar
men moet goed begrijpen wat toentertijd internationaal betekende. In-
ternationaal betekende europees. De oorlogen waren ook Europees.
Ook de IFLA kwam dus tot stand omdat men uit was op vrede en dit
door samen te komen wilde demonstreren. Maar speelde hierbij ook niet het
vooruitbrengen van het bibliotheekwerk een rol?
Ik geloof het niet. Dat is later gekomen. De eerste vergaderingen, dat
waren gentlemen clubs. Dat waren mensen die toevallig direkteur waren van
nationale bibliotheken, die elkaar eenmaal per jaar ontmoetten op uit-
nodiging van één onder hen en wat praatten. Natuurlijk was dat niet
helemaal ontdaan van professionele belangstelling, het waren tenslotte
allemaal bibliothekarissen. En een van hun eerste zorgen was natuurlijk de
bibliografische samenwerking, waar we nu terug zijn. Dat is punt nummer
één geworden. FID 1 is veel ouder dan IFLA, en daar was het dat de
technische problemen besproken werden. FID is vanaf het begin altijd
georiënteerd geweest op technische problemen. De grote dienst die FID aan
de bibliotheken heeft bewezen is de decimale klassifikatie. IFLA daaren-
tegen is veel meer georiënteerd op institutionele problemen. In IFLA ont-
moeten elkaar mensen die in de praktijk staan. Daardoor staat de mens veel
centraler bij IFLA dan bij FID. FID, dat zijn vaak mensen die geen verant-
woordelijkheid hebben in de leiding van instellingen, die komen samen om
de klasse nummer 3 van de decimale klassifikatie te bespreken. Terwijl wij
allemaal grote institutionele verantwoordelijkheid dragen. En dat geeft toch
een veel menselijker karakter aan IFLA.
Mag ik hierbij aansluitend vragen hoe vanaf het begin de interne
verhoudingen binnen IFLA waren? Bibliothekarissen van openbare, speciale
en wetenschappelijke huize, konden die met elkaar overweg?
Natuurlijk waren er spanningen, nationaal zowel als internationaal. Ik
heb zelf veel tijd besteed aan het bruggen leggen tussen verschillende soor-
ten bibliothekarissen, tussen bibliothekarissen en dokumentalisten. Natuur-
lijk zijn er nog altijd problemen, dat spreekt vanzelf. Maar in mijn biblio-
theekwereld is er plaats voor iedereen. Ik heb nooit een waarde-oordeel
uitgesproken, al was er vanzelfsprekend wel een waardeschaal in de tegen-
stellingen die ik kan uitleggen. De dokumentalisten beschouwen zich be-
I. FID : Fédération internationale de documentation, opgericht te Brussel in 1895.
170 / Bibliotheekgids—Jg. 53—Nr. 4 — 1977 |