Full text |
delt. Natuurlijk, het kan niet anders. Als de minister van kuituur van de
Sowjet-Unie een rede uitspreekt voor UNESCO in Parijs, dan is dat een
politieke rede. Dat is onvermijdelijk. Maar UNESCO heeft zich niet goed
beschermd tegen dat gevaar. De apartheid is een duidelijk voorbeeld ge-
weest. U weet wat er zich heeft afgespeeld?
Ik weet dat Zuid-Afrika destijds uit de Unesco is gezet.
Juist. En daarna is er een motie gekomen van de zwarte landen, ge-
steund door de kommunistische landen, dus een meerderheid in UNESCO,
waarbij alle internationale organisaties die formele relaties hadden met
UNESCO (met een konsultatieve status, kategorie A, hetgeen betekent dat
UNESCO verplicht is hen te raadplegen op hun vakgebieden) gedwongen
werden hun leden in Zuid-Afrika uit te sluiten, indien ze tenminste de rela-
ties met UNESCO wilden bewaren, relaties die tot op zekere hoogte finan-
ciële steun van UNESCO impliceerden. Wij hadden de ‘Suid-Afrikaanse Bi-
bliotheekvereniging’ als lid en wij hadden ook bibliotheekinstellingen aldaar
— de nationale bibliotheek, universiteitsbibliotheken etc. — als leden.
Ik heb toen het standpunt ingenomen dat wij onze leden niet moesten
uitsluiten. Het gevolg was dat we zelf werden uitgesloten. Tot nader on-
derzoek. En we zijn op de betichtenbank gekomen. Ik heb daar ons stand-
punt verdedigd. Ik heb gezegd, dat het spijtig was dat de UNESCO die
houding had aangenomen. Publikaties van internationale organisaties zoals
UNESCO zijn vaak de enige liberale informatiebron in zulke landen en
door deze te verspreiden kunnen de bibliotheken een goede invloed uitoefe-
nen. Maar dat standpunt werd niet aanvaard en wij moesten ons lid, de
‘Suid-Afrikaanse Bibliotheekvereniging’, buiten sluiten. Ik was niet fier van
dat gedaan te hebben. Wij hebben gepleit voor het handhaven van onze ge-
associeerde leden (de bibliotheekinstellingen) en dat is er moeizaam door
gekomen. Ik heb het er kunnen doorkrijgen omdat een van de bibliotheken,
de universiteitsbibliotheek van Durban als ik me niet vergis, dat fameuze
bord had geplaatst waarop stond : “Deze universiteit heeft haar akademi-
sche vrijheid verloren in het jaar 1970, en teruggekregen in het jaar ...” Ik
heb gezegd dat het voor die mensen daar veel moeilijker was om zoiets te
doen dan om vanuit Parijs de apartheid te veroordelen. Op die manier heb
ik het pleit gewonnen voor die mensen.
Een domme bijkomstigheid was, dat ik daarna bij een bestuurs-
vergadering in Moskou in één week tijd viermaal bij de minister van kuituur
werd geroepen omdat ik een voorstander zou zijn van de apartheidspolitiek.
Zo gaat dat. Als de politiek er zich in mengt, gaat dat zo.
Hoe is het met de verhouding oost-west? De publikaties op bibliotheek-
gebied dragen soms duidelijk de sporen van het politieke systeem waarin
172 / Bibliotheekgids—Jg. 53—Nr. 4 —1977 |