| Full text |
ternational manoeuvring’. Het is een zaak die men zo vlug mogelijk moet
vergeten, in het belang van de bibliotheken. Daar komt niets uit. Misschien
een paar bijprodukten, misschien. Er is een grote invloedsstrijd geweest in
UNESCO. Veel mensen die UNISIST verdedigden en een veel minder
sterke groep die de bibliotheken verdedigde. De strijd werd beslecht met een
overwinning van de mensen van UNISIST.
Er wordt nu niet meer gestreden, althans zo hoop ik. Er wordt geen
tijd, energie en geld meer verspild aan de belangenstrijd van bepaalde per-
sonen. Dat is een winstpunt. De mensen van UNISIST zijn theoretici, het
zijn — zoals ik daarstraks zei mensen die geen institutionele verant-
woordelijkheid dragen. Nu zij meer kontakt gaan hebben met het soort vak-
mensen dat wij vertegenwoordigen, zullen zij geleidelijk mijn zienswijze
gaan delen en inzien dat wat zij allemaal wilden eigenlijk een hoop grote
woorden waren. Maar het woord bibliotheek’ mocht men niet gebruiken !
Betekent dat de afbouw van UNISIST?
Neen. Het betekent dat men gaat doen wat wij tenslotte allemaal doen
in onze instellingen •. inhoud geven aan de programma’s. Wat dat betreft is
UBC een veel beter begrip dan UNISIST. Wij hebben om diplomatieke re-
denen aanvaard in UNESCO te spreken van de ‘komplementariteit’ van
UNISIST en UBC. Maar ik geloof daar niet in. Ik geloof dat UBC alles gaat
doen. Het grote voordeel van UBC is, dat het geldt voor wetenschappelijke
bibliotheken, voor dokumentatiecentra, voor openbare bibliotheken, voor
rijke landen, voor arme landen, voor ontwikkelde landen, voor niet-ont-
wikkelde landen. Men kan met dat patroon overal diensten bewijzen. Mijn
groot verwijt aan UNISIST is altijd geweest, dat het een politieke koehandel
was tussen Rusland en de Verenigde Staten. Het heeft in het vak veel ver-
warring gesticht.
Nu is er enige tijd geleden een nieuw begrip bijgekomen, NATIS 5. In
welk verband staat dat met wat u zo juist vertelde?
NATIS maakt deel uit van de invloedsstrijd waar ik u over gesproken
heb. Degenen die in UNESCO de bibliotheekbelangen moesten behartigen
hebben tegenover UNISIST NATIS opgericht. Ik heb dat oogluikend laten
begaan en gesmeekt dat men in NATIS het UBC-programma zou opnemen.
Dat is gebeurd. Ik heb die nutteloze omweg moeten aanvaarden, de omweg
via NATIS dat niet veel meer zin heeft dan UNISIST. Dat zijn van die
theoretische konstrukties, die ontstaan in het brein van een aantal mensen
5. National Information System.
Bibliotheekgids—Jg. 53 — Nr. 4 — 1977 / 177 |
