Full text |
toon dan ook de opleiding die hem daartoe
voorbereiden kon. Herhaaldelijk komen in
het kasboek posten voor van boeten aan den
wapenschout betaald voor wederrechtelijk
pronken met adellijke attributen, zoowel
door vader als moeder. Toen in 1660 de
1 ójarige knaap voor twee jaar naar Parijs
werd gezonden om de taal en. hoofsche ma-
nieren te leeren, kreeg hij van zijn vader
een boekje met voorschriften mede hoe zich
in alle omstandigheden te gedragen, de «Rè-
gles journalières», dat thans nog in het
Plantijnsche huis wordt bewaard en waaruit
D1 Sabbe enkele stukken voorlas. Balthazar
III kreeg daarbij opdracht een dagboek aan
té leggen en het trouw bij te houden. Ook
dit dagboek en die van zijn latere reizen zijn
bewaard gebleven en wij Ieeiren er uit dat
B. III (met zijn vader) vorstelijk ontvangen
werd door de meest befaamde drukkers van
Parijs, waar hij later regelmatig omgang
mede had en dat hij een bijzondere voor-
liefde aan den dag legde voor al wat met
boek en kunst te maken had: het zat hem
in het bloed. Hij bezocht bij voorkeur druk-
kerijen, bibliotheken, kunstverzamelingen.
(Voor wie de geschiedenis van de bibliothe-
ken uit die dagen zou wenschen tè schrijven,
zouden deze dagboeken een rijke en be-
trouwbare, bron zijn). Ook de reis naar Italië
die B. III ter gebruikelijke voltooiing van
zijn opvoeding ondernam, werd trouw, ge-
boekstaafd. Hier krijgen we een kijk op een
andere zijde van zijn karakter: zijn vroom-
heid die naar het bijgeloof overhelt. Toch
hebben drukkerijen en bibliotheken weer
zijn onverzwakte belangstelling. In Italië komt
zijn zindelijke Vlaamsche aard in opstand
tegen de slordigheid der gasthoven. Geèn
dag gaat voorbij of hij beklaagt er zich Over
en hij gaat wel eens tot details over.
In 1674, na den dood van zijn vader, werd"
B. III als vertegenwoordiger van het Ant-
werpsche huis naar Spanje gestuurd om er
achterstallige schulden te innen. De paters
Hieronymieten van San Lorenzo hadden voor
Spanje en koloniën den alleenverkoop van
de liturgische boeken door Plantijn gedrukt
en waren door den slechten toestand van
de Spaansche munt verplicht hun betalingen
te staken. Een drukker uit Lyon beproefde
bovendien door valsche drukken Plantyn van
de markt te verdrijven. Persoonlijk ingrijpen
was dus geboden. B. III slaagde er in een
overeenkomst te treffen en het kontrakt werd
met veel omhaal geteekend. Tijdens zijn
verblijf te Madrid was B. III getuige van een
der toenmaals «gebruikelijke» jodenverbran-
dingen; hij beschrijft als ooggetuige een der
«rechtzittingen» maar het relaas van de te-
rechtstelling is uit het dagboek gescheurd.
In 1 692 werd^TB. III in den adelstand ver-
heven met de bepaling dat hij tevens zijn
drukkerij . mocht blijven besturen. t)eze be-
paling werd slechts met veel moeite verkre-
gen, het was immers aan de edelen verbo-
den eenig beroep uit te oefenen. Zoo werd
tenslotte toch de droom van de familie ver-
wezenlijkt.
De voordracht van D1’ Sabbe hield gedu-
rende anderhalf uur de aandacht geboeid
en wprd op dankbaar handgeklap onthaald.
Daar werden thee en gebak rondgediend.
Aan de dames die zich daartoe vrijwillig ter
beschikking stelden onzen hartelijken dank.
De avond verliep in de beste stemming.
V.
NASCHRIFT
Zonder veel tamtam heeft de Veree'niging
haar tienjarig bestaan gevierd. In een over-
zichtelijk en pijnlijk nauwkeurig verslag van
den redactiesecretaris en in een speech van
den Voorzitter, onder de groene palmen van
de Leeszaal der Antwerpsche Volksboekerij,
werden de onontbeerlijke wierookvaten op
de geduldige hóófden stuk geslagen. Elkeen
had zijn potteken, en elkeen kreeg zijn
walmpje. Er is nochtans een wierookvat in
alle bescheidenheid onaangeroerd gebleven,
maar zoo bleef het ook heel, kon het blijven
doorwalmen, stilletjes geurend, zelfgenoeg-
zaam doorbrandend. Niemand dorst het aan
te vatten om het rond te slingeren, niemand
durfde de zware wolken vermengen met de
reeds in ’t gemeen opgegane walmen : het
potje stond stil; geurde stil, maar... bleef
gestadig branden.
Er zijn dingen in de wéreld Waarover
men-niet spreekt, en die men niet doet, om-
dat zij de natuurlijkheid zelf zijn. Trouwens
geen enkele onzer zou bij machte geweest
zijn het vat zoo sierlijk te zwaaien als de
omstandigheden vergden. En wat half gedaan
moet worden, blijft liever ongedaan, om den
valschen indruk te vermijdén.
Daarom werd door niemand, Baekelmans.
onze Voorzitter, bedacht.
Zijn potje walmt échter bestendig voort,
door ons allen-gevoed; Vadertje Czaar glim-
lacht en weet wel, wie zijn vrienden zijn, en
hoe zij hem waardeeren, meer en langer,
dan in die éene officieele seconde, de tijd
om een naam uit te spreken en een gedachte
te fórmuleèren.
Redactie en Bestuur (minus Voorzitter)
PERSONALIA
ODIEL SOENEN f
Toen, op Oudejaarsavond, een telegram
mij de treurmare bracht, was ik wel zeer
getroffen. Op Tweeden Kerstdag had hij nog
met* ons het tienjarig bestaan der Vereeni-
ging gevierd en had ik hem en zijn vriend
Alexis de Clercq in het bijzonder mogen
toespreken 'als stichters van de Vlaamsche
11 |