Full text |
In dit opzicht is men in het land hier nog enkele kilometers achteruit in den
internationalen opgang op die wegen. Men staat verbijsterd over het gebrek aan inzicht
zelfs in sommige specialistenmiddens, in de rol en de organisatie van onze groote biblio-
theken, in de taak van den bibliothecaris. De inrichting van sommige dezer instellingen,
de opvatting van het examen van candidaat-bibliothecaris en dies meer, de algemeene
mentaliteit er binnen en er buiten, getuigen van het weinig ernstig of klaar besef van
den toestand dat van hoog tot laag op dit gebied nog heerscht.
Tot verder overtuiging hoeft men maar een enkel punt op den keper te
beschouwen.
Men vergeet dat het hanteeren en ter beschikking van het publiek stellen van
dezen vloed steeds inkomende boeken die deze uitbreiding der groote bibliotheken
meebracht de werkzaamheden zoodanig heeft vermenigvuldigd dat de nood van een
scherp onderscheid en rationeele verdeeling in elke afdeeling van klerkenwerk en ander-
zijds echte bibliothecarissenarbeid steeds nijpender wordt gevoeld.
Nu is het een typisch verschijnsel dat in sommige bibliothecarissenmiddens het nog
immer een harde noot te kraken is, te moeten erkennen dat een groot gedeelte van het
werk dat in een bibliotheek geleverd wordt, gewoon klerkenwerk is, t.t.z. arbeid
waarvoor noch universitaire studies noch het speciaal voorgeschreven examen vereischt
worden. Op die gewilde of ongewilde verwarring — waarvan ik het stichtend onderzoek
der grondliggende redenen en strekking aan anderen overlaat -— berusten de 9/1 0 van
heel de herrie die in sommige bibliotheken heerscht.
Die elementaire waarheid ontkennen is struisvogelpolitiek ofwel een uiting van
onvergeeflijk weinig inzicht en kennis van wat een bibliotheek eigenlijk wel is. Ze
inzien en ze practisch toepassen is gezonde rationalisatie.
Immers wat dekt dit laatste ? Wat anders — in verband met het gebruiken
van het personeel — dan, onder eerbiediging van elks persoonlijkheid, het aanwenden
op de meest gepaste plaats en op de geschiktste manier van elke voortbrengingsmoge-
lijkheid in elk arbeidend element in een fijn uitgewerkt en practisch doorgevoerd
werkplan.
En de gevolgen van een dergelijke ideale verwezenlijking ? Eenerzijds bij het
personeel een breedere energie-ontplooiïng in het raderwerk der onderneming, wijl op
die manier elkeen geven kan wat hij inheeft en zich elkeen the right man on the righl
place voelen zal — anderzijds, voor het werk : een betrouwbare productie die « af »
is en economisch ten langen laatste gewoonlijk voordeelig uitvalt. Vreugde aan den
arbeid langs den een-en kant ; afwerping van goede en goedkoope voortbrengst, om
in die brutale terminologie te blijven langs den anderen kant.
Als eenvoudige toepassing van die gedachte dringt zich al licht b.v. een Catalogi-
seeringsafdeeling in een groote bibliotheek op.
Het geldt hier nu in België als Evangelie dat het catalogiseeren uitsluitend werk
is voor bibliothecarissen. Wie zich bij een dergelijke bloote bevestiging niet gewillig
buch der Bibliothekslehre. Leipzig, 1902, pp. 457-492 Ook VICTOR GARDTHAUSEN-
Handbuch der wissenscbafthchen Bibliothekskunde. Leipzig, 1920. Bd. II, pag. 77 Bd II
wa§'ju HftZel£!e,. °"dfrwerp behandelt ook F. MILKAU, in de « Einleitung » van
Handbuch der Bibhothekswissenschaft. Bd. I. Schrift und Buch. Leipzig 1931
2 |