Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>wonderwel , het doet des te beter hare lelieblanke schoonheid uitkomen.</p>
<p>DE GRAAF. Berthilda, ik vleide mij met de hoop dat gij tot betere gevoelens zoudet gekomen zijn. _ • (De genoodigclen verwijderen zich in de andere zaal.)</p>
<p>BERTHILDA. Beminnen zal ik hem nooit. Haten altijd en overal. Voor u Riperda blijft mijn hart koel.</p>
<p>RIPERDA, ter tijde. Wie mag wel de vermetele zijn die hare liefde wen'? (Luid.) Jonkvrouw, men heeft mij met zwarte kleuren bij u moeten afschilderen. Zeker, de eene of andere nijdigaard of erger nog, een lafaard !</p>
<p>BERTHILDA. Lafaard! Spreek dat woord niet uit zonder schroomen, want lafaards zijn zij die de rust en het geluk van een schuldeloos meisje vernietigen.</p>
<p>DE GRAAF. Berthilila, zulke taal !...</p>
<p>, BERTIIII.DA. Waar het hart vol van is loopt de mond van over. Hij weet dat ik afschuw voor hem koester, dat ik hem haal als een bloedvijand ! Hij durft het woord lafaard uitspreken ! 0! ware Adelbrecht Maar aanwezig.</p>
<p>DE GRAAF en RIPERDA. AtlelbreClll!.. Onmogelijk, hij !</p>
<p>BERTHILDA, terzijde. Onvoorzichtige die i k ben. (Luid.) Er moet toch iemand worden gevonden die zich mijner aantrekt, wanneer lagen en listen mijn levensgeluk bedreigen... en aan hem heb ik de geheimen mijner ziel toevertrouwd.</p>
<p>DE GRAAF. Maar dat is onmogelijk! welhoe, de zoon van een vermoorde. Een vondeling! 0 verblinde die ik was, waarom zijn mijne oogen niet vroeger voor de wezenlijkheid opengegaan-?</p>
<p>(Hij schrijft een briefje en belt. Klaas op.)</p>
<p>Twaalfde Tooneel.</p>
<p>DE VORIGEN, KLAAS.</p>
<p>DE GRAAF. Breng dit briefje aan,den hoofdman der politie. wij zullen zijne liefde voor mijne dochter in den kerker verkoelen.</p>
</text>
|