Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>BERTHII,Di, tot Klaas. Zijne bevelen piel uitvoeren.</p>
<p>KLAAS, 8/i!. Om u Leyedden'zou ik alles wagen. (Af.)</p>
<p>BERTHILDA. Welnu, beveelt zijne aanhouding, doodt hem in den kerker, maar onze liefde zult gij nimmer dooden.</p>
<p>R IPERDA, tot Berthilda. Maar onzinnig meisje, weet gij dan niet dat ik deel maak van dén Inquisitieraad, en dat. één wenk van mij.. doch neen; een tweegevecht ! ziedaar hoe een edelman als ik, zulken boon beantwordt.</p>
<p>BERTHILDA. Inquisitie! Welnu, sleep hem op den brandstapel. dan zal ik mij ook in de vlammen werpen... doch neen, een tweegevecht is heter.., een verraderlijke stoot.</p>
<p>RIPERDA. Berthildn, gij beoordeelt mij slecht.</p>
<p>DE GRAAF. Thans moet Adelbrecht aangehouden zijn.. En -gij, mijne dochter zult nooit met dien ondankbare nog in aanraking komen.</p>
<p>RIPERDA, tot Berthilda. Dus er blijft u niet anders over dan toe te stemmen.</p>
<p>BERTHILDA. Monster, gij zet mij den dolk op het hart.</p>
<p>DE GRAAF, haar eene pen aanbiedend. Teeken Bertbilda.. aarzel niet langer, en ons beider geluk is voor altijd verzekerd.</p>
<p>BERTHILDA. Ik, vader, mijn eigen vonnis teekenen ! De dochter van een Kranendolf zou._ (Zij wankelt.) Maar groote God! mijn hoofd wordt duizelig! mijne hand verstijft.. Ik.. neen, ik teeken niet.. nooit! (Zij valt in de armen van den graaf. Klaas en Geertrui op.)</p>
<p>DE GRAAF, aangedaan. God! ik heb wellicht mijn kind gedood! Doch neen! ik voel de kloppingen van haar hart.. Een weinig rust zal haar geheel herstellen. Klaas! Geertrui ! helpt ze naar hare kamer.</p>
<p>( Berthilda door Klaas en Geertrui ondersteund wordt heengeleid.)</p>
<p>BERTIIILDA, ter zijde tol Klaas. Is alles voor de vlucht gereed?</p>
</text>
|