Full text |
men den tijd had gehad er al de boeken en
handschriften uit te verwijderen en verder
naar het Zuiden te sturen. Wanneer het er,
na den wapenstilstand, op aan kwam, Reims
terug in het bezit te stellen van dit geeste-
lijk patrimonium, werd de noodzakelijkheid
er vanj ingezien, dit onder te brengen in een
afzonderlijk gebouw, dat, voor zijn speciale
bestemming ópgetrokken, aan al de moderne
vereischten zou beantwoorden. Voor het
bekostigen er van zorgde grootendeels de
Arnerikaansche Mecenas Andrew Carnegie
en einde 1928 had de plechtige opening
plaats van deze geheel en al moderne biblio-
theek, waar op Zondag 19 Juni jl. te 1 1 u.,
de Vereeniging der Fransche Bibliothecaris-
sen haar buitengewone vergadering hield.
De redevoering, die de Voorzitter, de heer
P. A. Lemoisne, _bij wijze van openingstoe-
spraak hield, was een overzicht van wat in
het laatste! kwart ëeuws, mede onder den
invloed der Association des Bibliothécaires
francais, in zake bibliotheekwezen- in F rank-
rijk werd verwezenlijkt; hij eindigde met het
voorstel, namens de Vergadering, bij den
bevoegden Minister den wensch uit te druk-
ken, dat voortaari, met het oo'g op het bou-
wen van nieuwe, moderne bibliotheken, een
soort van documentatiecentrale over deze
speciale architectuur bij de Nationale Biblio-
theek te Parijs zou worden tot stand ge-
bracht. Mejuff. Réville, bestuurster der Ste-
delijke Bibliotheek, schetste vervolgens in
een bondige, klare, en levendige rede de
geschiedenis en de voornaamste kenmerken
van de inrichting aan hare zorgen toever-
trouwd, waarop dan tot het bezichtigen van
de lokalen en van éen tentoonstelling van
kostbare- handschriften en drukwerken on-
middellijk kon worden overgegaan. De aan-
wezigen konden zich daarbij met eigen oogen
overtuigen van de uiterste logiek en van de
evenwichtigheid bij het aangenomen plan.
Dit is tot twee groote besfanddeelen te her-
leiden : een halve cirkel achteraan zijnde
het boekenmagazijn voorzien voor ’n 300.000
boekdeelen, en een rechthoek, vooraan,
waar, aan weerskanten van een ruime hall,
links de zalen voor het publiek gelegen zijn
en rechts de werkvertrekken voor beheer en
bestuur ; de meubileering is speciaal voor
het gebouw ontworpen; alle zalen en kamers
zonder overdreven luxueus te zijn, beant-
woorden aan de moderne eischen der esthe-
tiek en der hygiene, en zijn zoodanig gegroe-
peerd, dat er de diensten snel en ordentelijk
kunnen worden ingericht. Kortom, in zijn
gehpel genomen en ook in menig detail, een
echt model, afgezien natuurlijk van de hou-
ten boekenrekken met vaste boorden, alsook
van dë catalogen, die er stellig bij winnen
zouden getypt te worden en wel op fiches
van het internationaal formaat.
De Zondagvoormiddag werd geheel en al
gewijd aan het bezichtigen van het kunst-
museum, van de oudheidkundige verzame-
lingen in het Hôtel Le Vergeur en van de
kathedraal, onder de resp. leiding van de hh.
Mennecier en Hugues Krafft, conservatoren
en van den h. Henri Deneux, hoofdarchitect
der historische monumenten, die bij het her-
stellen der kerken van de beschoten stad,
zijn grondige kennis der archeologie zoo
gelukkig ten dienste wist te stellen van de
moderne techniek, waarin hij niet minder
goed thuis is.
De stad Reims had er aan gehouden op
een andere wijze dan door woorden te too-
nen hoezeer zij het. als een eer en een voor-
recht beschouwde de Fransche bibliothecaris-
sen, tot het vieren van het Jubileum hunner
Vereeniging, in deze dagen binnen haar
muren vergaderd te zien.
Onder het voorzitterschap van den heer
Paul Marchandeau, afgevaardigde-meyer van
Reims en, onderstaatssecretaris in de regee-
ring Herriot,- werd dan ook ’s avonds door
de municipaliteit een feestmaal in dë salons
van het stadhuis aan de Congressisten aan-
geboden. Daar had de eigenlijke hulde aan
den h. Pol Neneux plaats. Voerden daarbij
het wóórd de hh. Lemoisne, 'Voorzitter der
Vereeniging en Conservator van het Prenten-
cabinet te Parijs, Giraud-Mangin, Conserva-
tor van de stedel. bibliotheek van Nantes,
Paul Jamot, bestuurder van het Musée du
Louvre, Bonnerot, Hoofdbibliothecaris bij ,de-
Sorbonne en Burgemeester Marchandeau, die
achtereenvolgens wezen op de groote verdien-
sten van, den jubilaris als mensch en als let-
terkundige, als geleerde en als vakman: «zijn
ambt van inspecteur heeft hij nooit beschouwd
als hét uitoefenen van controle, maar het was
voor hem het vervullen van een apostolaat.
’s Andè r én daags ’s morgens werd nog on-
der' de leiding van den h. Henri Deneux Sint
Remigius kerk bezocht, alsook de champagne
kelders der firma Pommery, het klassiek on-
deraardsch uitstapje van alle congressen té
Reims.
Wie< nu het programma dezer bijeenkomst
der Fransche bibliothecarissen overschouwt
en zich daarbij herinnert wat wij onlangs
hier schreven over de Hollandsche biblio-
theekcongressen, waarop minder tijd kan
worden besteed aan eigenlijk vakwerk en
wat meer aan bezoeken, aan officieele ont-
vangsten en aan gezellige onderonsjes, die
zal zich ongetwijfeld afvragen of de toestan-
den inzake bibliotheekwezen in Frankrijk nu
zoo ideaal zijn, dat, wanneer ze eens een
algemeene vergadering hunner Vereeniging
beleggen, de Fransche bibliothecarissen zich
de weelde mogen veroorloven zoo goed als
zich heelemaal niet meer met vakwerk, bezig
te houden,
82 |