Full text |
Ündset, Sigrid : Edele Hammer’s groote lief-
de. Vert, uit het Noorsch M. J. Molasus-
Stamperius, 189 blz. Amsterdam, N. V.
Uitg. Mij. « De Gulden Ster »-
ingen. fl. 2,90; geb. fl. 3,90
Edele Hammer is een erg trotsch maar
argeloos meisje dat onbegrepen en miskend
door het leven gaat, zich dikwijls het hoofd
stoot en harde slagen ontvangt. Zelfs de
man, wien zij hare groote liefde schonk be-
sefte dit slechts toen het bijna te laat was.
Een oud motief, immer aandoénlijk, boven-
dien in deze schitterende bewerking uitmun-
tende stof voor een zeer mooi boek.
Vankenhove, Richard : Het Volksleven in het
Straatlied, 367 blz. - Gent. Volksdrukke-
rij, 1932. fr. 15,—
Een zeer interessant boek voor een spot-
prijs. Meer dan 300 Gentsche straatliedjes
die een raak en eigenaardig beeld leveren
van het Gentsche volksleven. Vankenhove
verdient lof voor zijn vlijtige speuren en zijn
toelichtingen, terwijl zijn medewerker A.
Lepage de muziekopname van de liedjes op
zich nam.
Prof. P. de Keyser schreef de inleiding voor
dit lijvig werk : « Iedere vogel zingt zooals
hij gebekt is I De doorsnee-Gentenaar, de
Gentenaar, die men in de wandeling n strop-
drager noemt, kortheidshalve ’n strop of n
stropken, heeft de reputatie niet alleen een
spotvogel te zijn, maar bovendien een zang-
lustige. vogel : n lijster. Bepaald fijngebekt
is de Gentsche lijster niet, maar zooals de
vogel zingt, zingt hij, uit drang en uit de
volheid des harten. Zooals de vólksche Gen-
tenaar in den omgang is : openhartig, zon-
der komplimenten, zoo is ook zijn lied : vrij-
postig, ruw en rauw, maar oprecht. Teer-
gevoelige ooren en preutsche gemoederen
zal het Gentsche straatlied niet bekoren, maar
wat zou dat ...
Hoe dikwijls, aldus Prof. de Keyser, wordt
het straatlied niet buiten de studie van het
volkslied gesloten, omdat het als te gemeen
of als een «bedorven» volkslied wordt ge-
minacht ? Evenwel behoort het straatlied
wel degelijk tot de volksliédstudie. Hebben
de moderne onderzoekingen op dit gebied
immers niet ' uitgewezen dat het volkslied
niet bepaald wordt door zijn ontstaan, maar
door zijn primitief of volksch karakter.
De folkloristen zullen smullen aan dit
boek, de Gentenaars hun hart voelen open
gaan bij de herinnering door de liedjes op-
gewekt aan hun zorgelooste jaren. Menig
liedje is daarbij gemeengoed in Vlaanderen,
en klinkt het soms wat rauw en grof, °nze
minder puriteinsche voorouders hebben, het
argeloos en blij gezongen. De boekerijen
moeten dit document bezitten èn menig lezér
zal in dit werk de beschavingsgeschiedenis
van een halve eeuw kunnen volgen.
Vankenhove verdient onzen dank voor
wat hij in zijn inleiding bescheiden een
werkje noemt !
Viebig, C. Charlotte von Weisz, 244 blz, -
Amsterdam, Nederlandsche Keurboekerij,
1932. fl- 2,25
Het leven van een arm, adellijk meisje,
uit den Eifel, die geestelijk evenwicht man-
keerde. Zij trouwt met een rijk man en hun-
kert langen tijd naar het Berlijn der 18e
eeuw. Eindelijk wordt haar wensch vervuld.
Het mondaine leven sleurt haar mee. Zij
wordt door booze instincten geleid en ten-
slotte veroordeeld om haar man en haar
rijke tante te hebben vergiftigd. Na een
gevangenschap van dertig jaren wordt zij in
het graf gelegd. Clara Viebig is een groote
schrijfster van het vooroorlógsche Duitsch-
land. die hoog verheven staat boven de
vrouwelijke auteurs die zich in meer. popu-
lariteit mogen verheugen.
Vondelkroniek, Driemaandelijksch tijdschrift
2e jaargang - Amsterdam, De Wereldbi-
bliotheek. fl- 5,— per jaar
Een geprezen uitgave voor de Vondelken-
ners. Aan den tweeden jaargang verleenden
medewerking : M. Koenen, L. Simons, A.
Nijland, Sterck, Dr Geerts. Ca. v. d. Graft,
B. H. Molkenboer, S. Kalff, C. Bake, Prof.
Barnouw, e.a. Warm aanbevolen bij allen die
de onderneming steunen kunnen.
De derde jaargang wordt ingezet met een
opstel van pater Molkenboer. « Wanneer
werd Vondel katholiek », een paar bladzij-
den van Sterck «Vondels brief aan Vollen-
hove ». een herdruk van een vers van Von-
del van Jacques Perk en een studie van
Catharina van de Graft «De Bronnen van
Vondels treurspel Maria Stuart ». Verder een
reeks lezenswaardige kantteekeningen.
Waas, Wim van : De zilveren Boot. 56 blz. -
St. Niklaas, A. Meerpoel, 1932. fr. 13,—
Jong werk. Zeer uiteenloopende invloeden
lieten sporen op het werk van dezen dichter,
wien het leven nog emotie en kracht moet
r brengen. Geen oordeel dus. Wij verwachten
met belangstelling wat van Waas ons aan
oorspronkelijkheid wellicht bewaart.
Werumeus Buning, J. W. F. : Maria Lécina.
Amsterdam, N. V. Querido, 1932. fl. 2, *
Een boekje voor bibliofielen. Querido heeft
zijn schoone reputatie nog overtroffen door
de prachtuitgave van het jongste werk van
dezen jongen, edelen dichter.
Een lied met honderd refreinen en een
zangwijs. Werumeus Buning heeft oude en
moderne matrozenliederen tot voorbeeld ge-
ilt |