Full text |
— 788 B
ANVERS
Keukenkaçhels. — Foumaux
de cuisine. .
Keukenliften. — Monte-
plats. saai
Kiezelzand (koopl. m). —
Gravier (négts).
Kil (cries).---Cries.
Kinderwagens. — Voitures
d'enfants.
Kippendraad voor kooien en
hekken (fàbr.) mm Treil-
lages et clôtures (fdbnc.
de). ; r .
Klakkenmakers (zie hoe-
denmakers) . -— Çasquet-
tiers (voir chapeliers).
Kleederbewaarplaatsen (sta
len kassen). — Vestiaires
res (armoires en acier).
Kleermaaksters. — Tailleu-
-'SCS.
Kleermakers. Tailleurs.
Kleermakers voor damen.
—; Tailleurs pour dames.
Kleermakers (meesters) (z,
ook Heeren- en kinder-
confectiën. — Tailleurs
(marchands) (voir aussi
confection pour hommes
!enf ants)...
Kleermakers benoodigdhe-
den. — Tailleurs et tail-
leuses (fournitures pour)
Kleermaaksters (zie confec-
tion)'. — railleuses en
■robes et confections, (v.
<aussi robes et confec-
tions), .. - \r : •.
Kleurrn'ddei. — Caramels
S colorants. .
Kleurstoffen - (indigo, mel-
krap, verfhout, enz...)
(handel. en makel. in).
' (zie ook drogisten ) . —
Teintures. (indigo,, garan-
ce, bois de teinture, etc.)
(négts et commis.) (voir
aussi droguistes).
Kleurstoffen (in poeder-
vorm, voor cement). Ss
Couleurs et poudre pour
ciment.
Klinieken.'—• Cliniques.
Klinkbouten. — Rivets.
Klompen (handel, in). —
Sabots (mchds).
Knoppen (fa-brik: en han-
del.) — Boutons (fabric.
et mchds).
Koekbrekers. — Concas-
seurs de tourteau.
Koelstoffen. mSê. Frigorifuge.
Koffers (zie reisbenoodigd-
. heden9B9 Malles (voir
art. de/voyage).
Koffie (gebrande) (koopl
en handel.) (zie ook ko-
loniale waren) .\é^-:'Cafés
torréfiés (négts et mar-
chas) (voir aussi denrées
coloniales).
Koffie (makelaars en agen-
ten in ruwe). •— Cafés
crus (courtiers et agents
en).
Koffiehuizen en brouwe-
, rijen. — Cafés brasseries
et cafés estaminets.
Koffiehuizen spijshuizen.
Cafés restaurants.
Kogellagers. — Roulements
à billes.
Kolen (koopl. en handel.)
Charbons (négts, mchds)
■ Kolpnin voerders. — Char-
bons (importât.)
Koloniale voortbrengselen.
— _Produits coloniaux.
Koloniale warpn (koopl.
-handel, en winkeliers) —
Denreês coloniales (négts,
commerc. et magas. de).
Koloniale uitrustingen. -h
— Equipem. coloniaux.
Kompassen (zie zeevaart-
kundige werktuigen ). isS
Compas (voir instrum.
de marine).
Konfituurfabrieken — Con-
fitures (fabric. de).
Koolmijnen (agenten van).
— Charbonnages ( agents
de).
Koolzuur. —- Acide carbo-
nique. '
Kooperatievé maatschap-
pijen. sSgj Sociétés coopé-
ratives. -
Koper (oud) (zie oude me-
talen). — Cuivre (vieux)
(voir métaux vieux).
Koper ep brons voor uit-
stallingen. — Cuivreriö et
bronze d’étalage. •
— Cui-
Koperbewerkers
vréurs. -
Kopergieters. — Fondeurs
M r) o jriq ƒ.7.7
Kopefhandelaars.-'^ Cuivre
(négts). B „ -
Koper voor kerken. — Cui-
vre d’église. , %
Koper (voor scheepsbeslag)
_. cuivre à doublage pr
navires. -
Kopersulfaat. BS Sulfate de
cuivré.
Koppelingen voor stoom-
machienen. - - Joints pi
machines à vapeur.
Kopspijkers (zie ook nagels
en spijkers). — Pointes
de Paris (voir aussi clous
et pointes de Paris).
Korsetten (fabrik. en han-
del.) -S- Corsets (fabr. et
mchds).
Kosthuizen. Pensions
(mainsons de).
Kousen en zókken. ggPl Bas
et chaussettes.
Kramerijen (groothand. in)
t Merceries (maisons de
gros).
Kramerijen ( kleinhandel ).-
-7— Merceries (détail).
Kranen en fittings. '■■■— Ro-
binetteries.
Kredieten. IS Crédits.
Krediethuizen. — Ventes
par abonnement.
Kremeries. — Crémeries
(salles de dégustation).
Kristal en glaswerk — Cris-
taux et verreries.
Kruidenierswaren (zie kolo-
nale waren). — Epiceries
(voir denrees coloniales).
Kruidenierswaren (fijne). --
Epiceries finesr
Kruidkundigen. — Herbo-
ristes.
Kruiwagens. |j- Brouettes.
Krijt. —- Craies en batons.
Krijtwit en Spaansch wtt.
— Blanc de craie d’Es-
pagne.
, Kuipers. — Tonneliers.
Kunstbloemen en pluimen,
(winkeliers). — Fleurs
artificielles et plumes,
(magas. de).
Kunstboter (zie margarine)
— Beurre artificiel (voir
■Margarine ).
Kunstplakkaten — Affiches
d’art.
Kunstschilders (benoodigd-
heden voor) (zie ook
s'childersverf ). — Peintres
artistes (fourniture pr)
(voir aussi couleurs pour
peinture).
Kunstschrijnwerkers (zie
ook meubelmakers). - —
Ebénistes (voir aussi fa-
bric. et mchds de meu-
bles).
Kunstsmeedwerk. — Ferron-
nerie d’art.
Kunstvoorwerpen (zie ook
kunstbrons). — Objets
d’art (voir aussi bronzes
d’art.)
Kunst vuur werk (zie vuur-
werk). — Feu d’Artifice
(voir Artificiers.
Kurk.. — Liège.
Kurkblokken. — Briques en
liège.
Kwartsachtig zand. — Sa-
ble quartzeux.
Kweeken van zilvervossen.
— Elevage de renards ar-
gentés.
Landverhuizing (agenten ).
- Emigration (agenc. d’)
LantaarnsglSf Phares et lan-
ternes.
Lantaarnfabrikant. — Lan-
ternes (fabric/ de).
Ledeppppen. —■ Manequins.
Leder karton. igp| Carton
cuirs, '
Leders voor meubeleering.
WËËS Cuirs pour ameuolem.
Lederen sluitringen (z. zui-
gerringen). — Cuirs Em-
boutis (voir emboutis pr
pistons).
Leeningen op hypotheek, gp-.
Prêts hypothécaires.
Leeraars (zie ook Bëstuur-
-- lijk hoofdstuk en Open-
baar Onderwijs). — Pro-
fesseurs (v. aussi partie
administrative ét instruc-
tion publique).
Leerlooierijen -— Tanneries.
Leerlooiers en leertouwers,
«IB Tanneurs et corroyeurs
Lepels en spatels (hoornen)
— Cuillers et spatules
- _ (en corne.
Letterkundigen en dagblad-
schrijvers. WSiHommes de
lettres et journalistes.
Letters in kristal en. zink
— Lettres en cristal et en
zinc.
Letterschilders en uithang-
borden op doekBB- Pein-
tres de lettres et ensei-
gnes sur calicots.
Leuningstoelen (fabrik. in)
— Fauteuils (fabric. de)
Lichtgevende plaveien en
doorschijnende vloeren.
Dalles lumineuses, plan-
chers translucides.
Lichtkronen. — Lustrerie.
Lichtreklamen. — Réclames
lumineuses.
Lichtuithangborden. — En-
seignes lumineuses.
Lieren. !— Treuils.
Lijm en gelatine. =— Coiîéf
et gélatine.
Lijnkoek, enz... (koopl. entre
makelaars) — Tourteau®,:
(négts et court.)
Lysol. — Lysol.
M
aalders. Meuniers.
S:
laboratoria. — Laboratoi-
res:
Ladders (fabrik. van). —
Echelles (fabric. de).
Lampenmakers (zie bliksla-
gers en lampenmakers). —
Lampistes (voir ferblan-
tiers et Lampistes).
Lampscherm en schijnwer-
pers voor electrisehe lam-
pen. Abat-jour et ré-
flecteurs pr lampes élec-
triques.
Landbouwmachienen. - Ma-
chines agricoles.
Landbouwprodukten. - Pro-
duits agricoles.
Landmeters. Géomètres
et arpenteurs.
Liften (electrische en han ri-
lleen ). — Ascenceurs
(électriques et à main).
Likeurstokers en handelaars
(zie ook wijnen en likeu-
ren ).aS9[ Liquoristes et
marchands de liqueurs
„ (voir aussi vins et spiri-
tueux) .
Limonade (fabrik. et han-
del.) (zie water en limo-
nade) . — Limonades (fa-
bric. et mchds de) (voir
eaux et eaux gazeuses).
Linnen. — Lingerie.
Linnen (fabrik. koopl. en
makel, in) (zie ook lin-
nen) . — Toiles (fabric.,
négts et mchds). tvoir
aussi lingerie).
Linoleum.lg|Ëj Linoléum.
Lint en fluweel. — Rubans
et velours.
Lithophoon. — Lithophones
Locomotieven. — Locomoti-
ves.
Logisthuizen ( zie afspan-
ningen en logementhui-
zen). — Logeurs (voir
auberges et logements).
Lood en zink (koopl. agen-
ten). — Plomb et zinc
(négts et agents).
Loodgieters (benoodigdhed.
voor) *8- Plombiers (four-
nit. pour).
Loodgieters, zinkbewerkers.
— Plombiers, zingueurs.
Loodsen (ter zeevaart.
Pilotes.
Looistof (zie schorsen). Si
Tannins (voir écorses).
Luchtbanden. — Pneus.
Lucht persing. — Com-
presseurs d’air.
Luchttrekkers, jppijaj Venir(q-
teurs.
Lucifers. ^9 Allumettes.
Lusters (benoodigdh. voor)
Lustres (fournit, pour).
Luxekachels en Amerikaan-
sche kachels (fabrik.) -—
(zie ook verwarmingstoe-
stellen) .Sj- Feux de luxe
et poêlés américains (con-
struct.) (voir aussi chauf-
fage appar. de).
Luxé et reddingsbooten. —-
Canots de sauvetage et de
luxe.
Maalderijen (toestellen vr»j
—■ Meuneries (app. poùwSf
Maatschappijen van ondèmï
lingen bijstand en SynSti
dikaten — Sociétés de sel:
cours mutuels et syndm
cats.
Maatschappijen in onroeHÉ
goederen (zie onroerends t
goederen. — Sociétés ivws
mobilières (voir immews
blés).
Machienenbouwers. ‘— M%>
cahiciens constructeurs*:
Machienen. — MachinesS
Machienen (voor boekhoifij
ding). -^/Machines comwk.
tables.
Machienen vr brouwerij en .
-en spuitwater., lÿ-s Maclmi
pour brasseries et eauSi
gazeuses.
Machienen voor hoende»!
teelt. WËmMachines avico-
les.
Machienen voor houtbewe®;
king. — Machines à ir®
vailler le bois.
Machienen voor papier en =
karton te plakken. . TKafc
chines à coller le papîmf
et le carton.
Machienen voor schriftrffl-
productie (zie duplicatqç
ren).£3 Machines à r&
produire l’écriture ( vomi,
duplicateurs).
Machienen voor het schril)
van cheks. — Machinâ)
à écrire- les cheques. M
Machienen en materiaal h
voedingswaren. — Machüs
nés et matériel pour altil
mentatiOn.
Magneten. Magnétos. Jj
Maïsstijfsel. — Amidon d^'
maïs.
Maïzena. — Maizena.
Makelaars in fondsen (zm?
wisselagenten). Corn,-
missionnaires en /on®
publics (voir agents
change).
Makelaars in goederen.
Commissionnaires en mam:
chandises.
Mandenmakers. — Vànhigm
Mangelaars en strijkers..
(zie wasscher. en strijWi
sters). — CaldndeursJ®
repasseurs (voir blanchisr
seurs et repasseuses : ç
linge).
Manicure (zie pédicure).-*
Manucures (voir pédiém
r&s )
Margarine. —-MargarineJH
Marmer en steen (koopliege
in). — Marbres et pim:
res (négts). 1
Marmer- en steenkappea-
— Marbriers et taillewm
de pierres.
Marmerbewerking (beno|c
digdheden -voor).
breries (fournit. pour)l
Marokijnwinkels. ®^- Moiii
quinerie (magas. de)./W
Masseer der s. — Masseur si
Mastmakers (zie schee
timmerlieden).. — MtSm
(fabric: de) (voir
pentièrs de navires). B|
Mastwerk en staken. — ik®
iures et perches,
Matpriaal voor spoor- j et
tramwegen.'Materm'-
pour chemins de ferl^R
tramways.
Matrasmakers. — Matelm
siêrs
Matrassen (zie ook beddjb
goederen). 5— Matelas
aussi literies). .1.
Matrozen (benoodigdhea®.-
! voor). — Matelots (pru-
des pour). , Bi
Matten (fabrik. van).9|
Nattes et paillassons (/Jt
bric.) : |