Full text |
787
ïmber (geconfijt, droog
in. in potten). —— Gin-
gembre ( confits secs et
Iirop-pots).
bhèesheer-en, heelmeesters
Bn vroedmeesters. — Mé-
decins, chirurgiens et ac-
coucheur Si '
meeskundige en heelkun-
dige inrichtingen.tôSj In-
stituts médicaux et chi-
rurgicaux.
shummerde ticketten. f||d
Wickets numérotés.
|;plakt hout. — Placages.
feplakt hout. Bois con-
treplaqués.
bplakt hout. |ES| Triplex
("bois contreplaqué).
Ereedschappen. -— Outils.
fctrokken. en gepletterd
fataal. — Aciers étirés et
IComprimés.
isvel- en decoratieschil-
jders. — Peintres en bâ-
itiments et décors.
kvel- en ruitenwasschers.
Wj-Nettoyage de façades et
!vitrines.
isvogelte en wild (hand.)
1— Volaille et gibier
[(mchds).
feweven katoen, enz. —
ïCotons tissés, etc.
fezelschapsspelen, bakspe-
lien, enz. (fabrik.) —
\Jeux de Sociétés, bacs,
Ietc. (fabts). ■
lizichtkundigen. — Opti-
ciens.
|zondheidsartikelen (ca-
putchoue). — Articles
^hygiéniques ( caoutchouc)
ïzondheidsleer en openba-
are reinigheid.lBS Hygiène
mt salubrité publique.
lîzondheidstoestellen (in
tft gróót) (zie.ook gezond-
iiàeidsinstellingen). — Ap-
dpareiîs sanitaires (gros)
I(voir aussi Installations
sanitaires).
Ézondheids-vergaarbakken.
R- Collecteurs sanitaires.
âzondheidswerken. |— In-
stallations sanitaires.
â-zondheidswerken (benoO'
jjdigdhedeh voor). — In-
Ûitallations sanit. (fourni-
ûtures générales pour).
âzouten vleesch, spek en
sjreuzel (koopl. en makel.)
Sfe- Salaisons, lards, sain-
aSoux (négts, commis, et
courtiers).
Igeten van aïuminium.J|jf§|
>’wondeurs d’aluminium.
tiètijzer (speciaal).— F on
sites spéciales.
ijltvrije kleuren. — Colo-
riants alimentaires.
iisthandelaars. Levure
vWmchds de).
jt. . Jais.
aasblazerijen (zie kristal
®n glas). : Verreries
vmvoir cristaux et verre-
ries).
smzenmakers en iniijsters.
-§p- Vitriers et encadreurs.
sSfezen stoopen ( dames-
gjtreannes). :— Dames Jean-
sfies et bonbonnes en ver-
,gres.
asycerine. ■— Glycérine.
rd>m (copal, dammar, enz.)
Gommes (copal, dam-
\<jnar, etc.)
!®m - papier. •— Papiers
opommes
bfrdijnen (zie tulle). JW
Rideaux (voir tulles, bro-
taliénés, stores, rideaux).
uwuddrukkers (zie ook
iofooekbiaders). -- Doreurs
jim balancier (voir aussi
'.(relieurs).
bjjjiudsmeden (zie ook juwe-
iei|ers). — Orfèvres (voir
iiâîwssi bijoutiers joaillers)
; .Manhandelaars. — Grains
Wt graines (négts).
öjaf kronen (zie ook Be-
:s®rafenisonderneming. ( ar-
ijfïikelen voor). WÊmCouron-
zesies mortuaires (v. aussi
■ÿpompes funèbres) ( arti-
cles pour).
.rafsteenen (zie ook. mar-
toner- en steenkappers). -g?
omfonuments fuheraïle® (v
i -.mussi marbriers et tail-
Granen (makelaars, agen-
ten in) — Grains et grai-
nes (courtiers et agents
commis.).
Granen (toeziohters). —
Grains eh graines (sur-
veillants en).
Graniet (inv. van Schotsoh.
en Zweedsch ) HS- Granits
d’Ecosse et de Suède (im-
portation).
Graniet (zie ook potlood).
Graphites (voir aussi mi-
ne de plomb).
Graveeren op glas, spiegels
en flesschen. ^^MJraveurs
sur verre, glaces et bou-
teilles.
Graveeren ( houtsni j ders ).
- — Graveurs sur bois.
Graveeren (op ivoor). mÊË
Graveurs sur ivoire.
Graveeren op metalen. —
Graveurs sur métaux.
Graveeren op steen. — Gra
veurs sur pierre.
Groenten-handelaars (zie
vruchten en groenten)
(fabrik. en handel.) —
Légumes (mchds ,de) (v
aussi fruits et légumes).
Grondwerken (aannemers
van).. — Terrassiers (en-
trepreneurs de).
Grijpemmers. — Grappins.
Guano (invoerders, kooplie-
den en agenten), (zie
seheikund. meststoffen).
— Guano (import, négts
et commiss.) (voir en-
grais chimiques).
Gummi bestrating. — Pa-
vages én caoutchouc.
Gutta - Percha. — Gutta -
Percha.
he
bric.) (voir pains a ca-
cheter) . .
Hotels en spijshuizen. JE5
Hôtels et Hôtels-restau-
rants. .
Hout (Amerikaanseh) . —
Bois d’Amérique.
Houten bèstrating. — Pa-
vage en bois.
Houten spoelen^™ Bobines
en bois.
Houten uitstallingen (arti-
kelen voor). 855a Etalages
en bois (art. de).
Houten vezels. — Fibres de
bois en feuilles vulcani-
Houtpulp. — Pâtes de -bois.
Houtskool. -— Charbon de
. bois.
Houtsnijwerk. — Moulure
en bois.
Houtvergulders (zie ook in-:
lijsters). WSËDoreurs sur
bois (voir aussi encadr.)
Houtwol. — Fibres de bois.
Hoveniers.ES Jardiniers.
Huiden (zouters, koopl. en
makel, in ruwe).— Cuirs
en poil (saleurs, négts et
court.).
Huiden en vellen (gelooi-
de) (zie ook schoenen, be-
noodigdheden voor). —
Cuirs tannés et peausse-
ries (voir aussi chaussu-
res, fournit, pour). ,
Huishoudelijke artikelen. S
Ustensiles de ménage.
Huizen (demonteert)., ijze-
ren). — Maisons métalli-
ques démontable.
Hydraulische werken. —
Travaux hydrauliques.
Hygiënisch papier. Hœ-
pier hygiénique.
aar (opmaken van).
Posticheurs.
Haar en kappersbenoodigd-
heden. •—: Cheveux et art.
pour coiffeurs.
Hammen (hespen). — Jam-
bons.
Handelsagenten. Agents
commerciaux.
Handelscorrespondent. —
Correspondant commère.
Handelsinlichtingen (agen-
ten) ■WsÊf&Renseignements
commerciaux (agts de)'
Handelsprodukteh. ^-4'. Pro-
duits commerciaux.
Handelsreizigers (zie han-
delsvertegenwoordig.) ,—
Voyageurs de commerce
(voir représent, de com-
merce).
Handels-vertegenwoordigers.
— Représentants de com-
merce. -
Handschoenen (fabrik. en
winkeliers). — Gants (fa-
bric. et magas.).
Hangsloten. Cadenas.
Hard lood, r— Plomb dur.
Harmonikas (zie muziekin-
strumenten). —i Accor-
déons (voir instruments
de musique).
Harmoniums. —- Harmo
niums.
Hars, — Résine.
Harshoudende produkten. —
Produits résineux.
Heelkundige en orthopedi-
sche werktuigen. — in-
struments de chirurgie et
d’orthopédie.
Heelmeesters (zie genees-
heeren).. — Chirurgiens
(voir médecins).
Heftoestellen. — Levage
( appareils de ).
Hemden (zie' ook linnen)
Chemisiers (voir aussi
lingeries).
Hennep.ïfsf Chanvre.
Hoeden en klakken (ham
delaars in). — Chapeliers
et casquettiers (négts de)
Hoefsmeders Bëgg Maréchaux
ferrants. _
Honing (koopl. in) -^g Bfiels
( négts). '
Hop (koöpl. en makel.) —
Houblons (négts et com-
miss.)
Horens (koopl. in). — Cor-
nes (négts).
Hostiën (fabrik. van) (zie
Indigo (zie verwerijen).,.,-^
— Indigo (voir teintures)
Ingemaakte eetwaren. - .ïf-Jfy
Conserves alimentaires.
Ingénié uren. — Ingénieurs.
Ingenieuren (raadgevende)
— Ingénieurs conseils.
Inkt ( drukkers). 8ÉÜ Encres
d’imprimerie.
Inkt (schrijf-). — Encres à
écrire.
Inlandsche bieren. — Biè-
res indigènes.
Inlegwerk. — Marqueterie.
Inlijsters (zie ook glazen-
maker s-inlijsters). eÊÊ En-
cadreur s (voir aussi vi-
triers encadreurs).
Innen van vorderingen. —
Recouvrements.
Inpakkers van meubelen. —
Emballeurs de meubles.
Inpakkisten (inkoop, ver
koop*en fabrikanten). -—
Caisses d’emballage (ach
vente, et fabricants).
Inpakpapier— Papier d’em-
ballage.
Inrichtingen voor uitstalra-
men. — Vitrines (instal-
lât. de).
Inrichtingen voor uitstalra-
men. — Installations de
'OVtTXTt&S
Inseetenpóeder (zie verdel-
gen van Insecten). —
Poudres insectisides (voir
Insectisides).
Invoer en uitvoer. —\ im-
portation et exportation
Isolatien. ■—. Isolations.
Isolatoren. — Isolateurs.
Juweliers en goudsmeders. ■
!*§§§ Bijoutiers orfèvres et >
joailliers.
Kaapstanders. — Cabestans
Kaarsen (fabrik. koopl. en
handel, in). — Bougies
(fabric. négts et mchds).
Kaarsen en roet (fabrik. en
handel.) —Chandelles-et :
suifs (fabric. et mchds).
Kaarsen en was (fabrik. en
handel, in). — Cierges
et cires (fabr. et mchds
de). '
Kaarsvet (zie ook kaarsen
en kaarsvet). =— Suifs
(voir aussi chandelles et
suifs) • . •
Kaashandelaars. FromaWÈ
ges (mchds de).
Kachel- en slotenmakers
(zie slot- en kachelmak.)'
— Poélier s-serrurier s (voir
serrurier s-poëlier s).
Kaders. S Cadres,
Kalbasflesschen. — Gour-
des. WM
Kalk (zie 'ook baksteen). r^,.w
Chaux (voir aussi bri- ■
fi'ii a a )
Kapok. — Kapok.
Kammen. Peignes.
Kammen (inzetten vam-
steentjes in)^ — Peignes
(incrustation de similis .
sur).
Kampeeren. — Camping.
Kantoorbehoeften. Esgi Arti-
cles de bureau.
Kantoorbenoodigdheden. —
Fournitures de bureau.
Kantoormacihienen. — Ma-
chines de bureau.
Kantoormeubelen. Meu-
bles de bureau.
Kantoormeubelen en brand-
kasten (in staal) — Meu-
bles dé bureau et Coffres
forts ( en acier).
Kantwerk (fabrik. en han-
del. J — Dentelles et ap-
pliques (fabric. et mar-
- chands).
Kappers artikelenMEB- Coif-
feurs (articles de).
Kappers en barbiers artike-
len; zie ook reukwinkels)
— Coiffeurs et barbiers
(articles de) (voir aussi
parfumeries). 1
Kartonbewerkers. — Car-
Kartonbewerkers (materia-
len voor). — Cartonniers
(matériels pour)
Kartonfabrikanten. ÿ-fl Car-
ton ( fabric.)
Katoen en afval.'.g-f- Cotons»
et déchets.
Katoen (koopl. en jigenten
in ruwe). — Cotons bruts ~
(négts et court.)
Katoenen en wollen garens
(zie breisaai en breika-
toen )-j,*^- Fils de coton à
tricoter.
Katrollen (fabrik. van) (zie
ook scheepstimmerlieden)
!Bsp=SB Poulies (fabric. de)
(voir aussi charpentiers
de navires).
Katrollen (houten). — Pou-
lies en bois-
Katrollen (ijzeren). — Pou-
lies -en fer.
Kaviaar. — Caviar.
Kelderartikelen (zie kelder-
uitrustlng). — Articles de
cave (voir Cave (art.-de).
Isoleerende platen.Æ3 Pla-\ Kelderuitrusting. ;— Cave
TJ o o’f'too [-fri-
ques isolantes.
Isoleerende vezels. — Fibres
isolants.
Ivoor. — Ivoire. '
Jaloezieën, zonneblinden en
Blinden (fabr.) — Jalou-
sies, Persiennes et Volets
(fabts).
Jaarboeken. — Annuaires.
Jenever- en likeurstokers.
— Distillateurs et liquo-
ristes.
Juweelen (nagemaakte).
Bijouterie fausse et de
fantaisie.
Juweelkistjes. E9 Ecrins,
Juweliers (zie ook juweliers
onder bij outiers ) MEM Jo-
ailliers (voir.aussi bijou.-
(articles de).
Kerkelijk vaatwerk. — Or-
fèvrerie religieuse.
Kerkelijke versieringen.aSSi
Ornements d’église.
Kerkèlijke voorwerpen. 3|§gX
Articles religieux.
Kerkramen (fabrik. van).—
Vitraux (fabric. de).
Ketellappers (zie ook ma-
chienenbouwers.) - Chau-
dronniers (voir aussi mé-/
caniciens constructeurs,
Kettingen, ankers en ka-
bels (fabrik. en koöpl J
(zie ook takelwerk voor
schepen). Chaînes, an-
cres et cables (fabric. et
négts). (voir aussi-agrès
de marine).'
Keukenfornuizen (fabrik.).
C-in àrt.ç t fabricants) |