Full text |
Bibliotheek- & archief gids, 83 (2007) 2
Thema - Max Wildiersfonds
Het Max Wildiersfonds: verslag van de studiedag
Jeroen Poppe, Adviseur VHIC
www.vhic.nl
Op 9 maart organiseerde de WBAD in de Koninklijke
Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en
Kunsten te Brussel een studiedag over het Max Wildiers-
fonds1 en de projecten die met dit fonds werden gespon-
sord. Dagvoorzitter Johan Vannieuwenhuyse (archivaris
van de provincie West-Vlaanderen) leidde de studiedag in
en stelde het Max Wildiersfonds voor. Het is een onderdeel
van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen
(FWO). Projecten moesten zowel een wetenschappelijke
als een documentaire component hebben om in aanmerking
te komen voor sponsoring. In de periode 1999 tot 2007
werden vierentwintig projecten gesubsidieerd. Intussen
zijn ze allemaal afgerond en werden ze voorgesteld in
een boek in de reeks Archiefkunde, met als titel: Het Max
Wildiersfonds geëvalueerd, Archief en wetenschappelijk
onderzoek.
In haar openingswoord haalde Elisabeth Monard (Secre-
taris-Generaal FWO-Vlaanderen) aan dat na een achter-
uitgang van de middelen voor onderzoek in de humane
wetenschappen er sinds 1995 een vooruitgang heeft plaats-
gevonden. Zij loofde de moeite die de promotoren van de
onderzoeksprojecten hebben gedaan om de resultaten van
hun onderzoek en de gebruikte methodologie bekendheid te
geven.
Professor Emiel Lamberts (voorzitter MWF) zette vervolgens
de geschiedenis van het Max Wildiersfonds.Uiteen. Zijn
conclusies: Vlaanderen heeft nood aan een stevige onder-
zoeksinfrastructuur. De samenwerking tussen de universitaire
wereld en de erfgoedsector was een verrijking voor beide.
Het Max Wildiersfonds heeft ook kansen gegeven aan
kleinere, zeer diverse archieven. Verschillende projecten
hebben geleid tot het ontstaan van databanken die verder
zullen worden aangevuld en interessante werkinstrumenten
zijn voor toekomstig onderzoek. Het fonds heeft bijgedra-
gen tot het geïntegreerde en integrale erfgoedbeleid van
de Vlaamse overheid. Op wetenschappelijk vlak leidde het
verschillende workshops, colloquia, publicaties en doctora-
ten. Veel verwachtingen werden op dit vlak ingelost, zij het
misschien niet alle.
De projecten
Van de vierentwintig projecten werden er vier op de
studiedag voorgesteld. Goran Proot van de Universiteit Ant-
werpen beet de spits af met de Short Title Catalogus Vlaan-
deren (STCV). Het heeft als doel een online bibliografie aan
te bieden, bestaande uit boeken die in de 17de eêuw op
het grondgebied van het huidige Vlaanderen (inclusief Brus-
sel) werden gedrukt. Hiermee volgt Vlaanderen soortgelijke
projecten na in het buitenland zoals het Nederlandse STOM
en: het Duitse VD17. In een eerste fase (2000-2003) ging
het om Nederlandstalige boeken uit zes deelcollecties van
vijf instellingen. Intussen is een tweed© fase'.ingeze1 (2004-
2007) waarin ook anderstalige boeken uitvier verschillend©
instellingen worden oogenomen. Door een gebrek aan
middelen was het niet mogelijk alle wklo-oeuwse werken te
beschrijven. Hier werd prioriteit gegeven aan de eerste helft
van de 1 7de eeuwlfHet eindresultaat is de databank die
vandaag op een drietalige webstek te raadplegen is [www.
stcv. bef.
Het opzet is de databank verder aan te vul|#n tuit zowel
grote collecties als nichecollecties, De organisatoren hopen
op structurele financiële steun om dit te verwezenlijken en
zo, op termijn ook boeken uit de 18de eeuw aan de data-
bank te kunnen toevoegen.
Het tweede project, voorgesteld door Peter Heyrman
(KADOC) en Donald Weber (Amsab-ISG), was Onderzoeks-
steunounl en Databank Intermediaire Structuren in Vlaande-
ren (ODIS). De belangrijkste doelstelling is historische en
documentaire gegevens over het middenveld te ontsluiten:,
De databank bevat informatie over de intermediaire structu-
ren zelf, over de personen die erin actief waren:, de publica-
ties en archivalische eenheden die ze zelf voortbrachten of
die er informatie over bevatten, de archivalische eenheden
die ze vcortbrachlen. of informatie over hen bevatten en de
politieke verkiezingsentiteiten of verkiezingslijsten waaraan
zij deelnamen. ODIS omvat intussen gegevens van ADVN,
Amsab-ISG, KADOC-KULeuven, Liberaal Archief, CVAa,
Fokav en AMVB. Deze databank biedt een encyclopedie
van het middenveld in Vlaanderen, een bronnenrepertcriunjÿjj
een analytisch instrument en het kan gebruikt worden als
geavanceerd authoritysysteem voor archief- en bibliotheek-
catalogi. De databank en andere informatie over ODIS is te
raadplegen op www.odis.be.
Het derde project, het Uitgevershuis A. Manteau en het
literaire veld in Vlaanderen, werd toegelicht door Jan Stuyck
van het AMVC-Letterenhuis. Het doel ervan is de geschie-
denis van de uitgeverij A. Manteapte reconstrueren, een
uitgeverij die het werk van menig bekende Vlaamse auteur
publiceerde. Het project spitst zich toé op de periode
1938-1951. Zo werd het archief ontsloten via de databank
Agrippa, te raadplegen op www.amvc.be. Er verscheen
een synthese van het onderzoek onder de titel Kwaliteit als
credo: een geschiedenis van uitgeverij Manteau ( 1938-
1953], geschreven door Ernst Bruinsma. Intussen heeft
FWO-Vlaanderen subsidies toegezegd voor het vervolgpro-
ject: het uitgeverhuis A. Manteau 1953-1971.
Het laatste project dat op de studiedag gepresenteerd werd
door Filip Boudrez, heeft als officiële naam: 'ontwikke-
41 |