Full text |
Bibliotheek- & orchiefgids, 83 (2007) 2
Thema - Max Wildiersfonds
Levendigheid
Wie dan begint met de balans op te maken en dat vooral
doet vanuit onderzoeksperspectief, wordt in de eerste plaats
getroffen door de mobilisatiekracht van het Max Wildiers-
fonds. De Bibliotheek van het-Ruusbroecgenootschap, het
Algemeen Rijksarchief, de universiteiten, de 'zuilgebon-
den' documentatiecentra (het ADVN, het Amsab-lnstituuf
Roger Vertongen en zijn vriend Bernard aan zee, circa 1960.
ICollectie Fonds Suzan Daniel, archief Roger Vertongen).
voor Sociale Geschiedenis, het KADOC en het Liberaal
Archief), het AMVC-Letterenhuis, het Koninklijk Filmarchief,,
het Belgisch Historisch Instituut te Rome, het Vlaams Centrum
voor Volkscultuur, het Provinciaal Archief West-Vlaanderen:
het aantal instellingen dat bij de actie betrokken is geweest,
was groot. Daarbij konden bovendien samenwerkingsver-
banden ontstaan tussen instellingen van een zeer verschil-
lend type, zoals het Koninklijk Filmarchief en de Werkgroep
Film- en Televisiestudies van de Universiteit Gent. Het Max
Wildiersfonds liet netwerken, bracht personen uit soms ver
van elkaar verwijderde streken in geesteswetenschappelijk
Vlaanderen in stuurgroepen hij elkaar, deed verschillende
expertises in technische werkgroepen op elkaar afstemmen.
Behalve deze mobilisatiekracht wordt ook een grote themati-
sche bandbreedte geconstateerd. Een scala van mogelijkhe-
den deed zich voor: in deze projecten kon het gaan om de
ontwikkeling van de overheidsstatistiek in Vlaanderen, maar
evengoed om de in de VRT-archieven bewaarde
symfonische muziek, om de Zuid-Nederlandse
dialectwoordenschat, mcar evengoed om de
hinderwetgeving die de industriële vervuiling in
beeld bracht, om de privacyproblematiek bij de
ontsluiting van homo-en lesbische archieven,
maar evengoed - bien étonnés de se trouver
ensemble - om het Vcticaan en de religieuze
instituten in het 19de-eeuwse Vlaanderen. De
rijkdom was verrassend. In het Koninklijk Filmar-
chief, waar met middelen uit het Max Wildiers-
fonds naar documentair.beeldmateriaal werd
gespeurd, werd kardinaal Mercier'opnieuw ten
grave gedragen, Rubens opnieuw herdacht.
Veel van de geselecteerde projecten hadden
betrekking op de cultuur- en intellectuele geschie-
denis. Zij waren van betekenis voor de boek-
geschiedenis, de geschiedenis van de literaire
cultuur of de geschiedenis van de poëzie, de
onderwijs- of de wetenschapsgeschiedenis, de
muziek- of de architectuurgeschiedenis. Maar
de historiografische betekenis bleef niet tot de
cultuur- en intellectuele geschiedenis beperkt.
Het Max Wildiersfonds opende ook nieuwe
perspectieven voor de econoSsche geschie-
denis (het proces van industrialisatie en eco-
nomische groei), de sociale geschiedenis (de
coöperatieve beweging, waarover onlangs nog
moest worden gezegd dat ze 'een voetnoot' in
de geschiedschrijving was gebleven ') en de cri-
minologie (de Bijzondere Jeugdzorg). Er werden
mogelijkheden geschapen voor de studie van
(de wording van) de moderne natiestaat, van
haar maatschappelijke geledingen, van Kerk en
religie.
Het gros van de projecten betrof ontwikkelingen
uit de 19de en de 20ste eeuw. Maar in een
aantal projecten werd naar een verder verleden
teruggekeerd en kreeg met name de 17de-eeuwse cul-
tuur de aandacht. In de Short Title Catalogus Vlaanderen
ging het om het handgedrukte 17de-eeuwse boek, in een
volgend project werden de kerkelijke muziekcollecties uit
de periode 1650-1 800 geïnventariseerd en onderzocht, in
een derde project werd een databank van het 17de-eeuwse
Nederlandstalige lied vervaardigd, in nog een ander ston-
den de Latijnse scholen uit de Nieuwe Tijd centraal. Al deze
projecten kregen een grote documentaire waarde.
35 |