Full text |
(Seymour de Ricci) en over een nieuwe
door Girard in ’t licht gezonden letter,
de Aslrée, geïnspireerd op de Garamont
en op de vieux romain van Debemy,
maar iets vetter gemaakt om aan de mo-
derne eisen van stevigheid te gemoet te
komen. Boekennieuws der We-
reldbibliotheek brengt een op-
stel van L. Simons over de Nederlander -
Amerikaan Edward Bok en een stuk uit
de gedenkschriften van deze energieke
uitgever. Vermelden we nog Boeken-
schouw met het vervolg van de
aanval op de criticus Pieter van der Meer
en last not least het Bulletin du
Bibliophile et du Biblo-
thécaire (Paris, Librairie Henn Le-
clerc, Dir. Femand Vandérem) waarvan
ons het Junie-nr. wordt toegezonden
met een zeer interessante kroniek van
de directeur over de verzameling Mon-
tesquiou (waaruit blijkt dat deze beroemde
bibliofiel niet altijd even onderlegd was),
en verder : Joseph Aynard, Y Illustration
au XVIIe siècle-, F. V., Notice bibliogra-
phique sur un livré inédit de Stendhal-,
Emile Magne, Bibliographie générale des
œuvres de Scarron (een model in zijn
aard); F. V., Les véritables originales',
Henri Malo, Congrès international des
Bibliothécaires et des Bibliophiles, en een
aantal belangrijke échos.
Op het gebied van folklore krijgen we
een dik nr. van De Brabander
(April-Mei), gevuld met Bijdragen tot
een folkhristischen kalender voor Brabant,
door Maurits Sacré, bedoeld als aanvul-
ling en verbetering van het elders in dit
nr. besproken werk van G. Celis, en
het dubbelnr. 5-6 van Volkskunde
met Het Lied van Halewijn, een psycho-
analyties onderzoek door dr. Paul de
Keyser, een aardig aantekeningtje over
De begankenis naar Laarne van Dr. Robert
Foncke, en het begin van een belangrijke
bijdrage over Vlaamsche sprookjes, met
nieuwe teksten, door Victor de Meyere.
In verband met de inleiding tot deze
teksten, in welke inleiding de Meyere zijn
methode toelicht, is een stuk van dr. Jan
de Vries in nr. 8 van Vragen des
T i j d s van groot belang : Over den
stijl van volksvertelsels.
Het Meinr. van Pogen bevat een
roskammend artikel van Karei van den
Oever over Vlaamsche pastoorspoëzie, een
werkwaardig gedicht van A. G. : De Mis-
lezer en een studie van Wies Moens
over de jonge Hollandse poezie. Het Ju-
nienr. brengt een inleiding tot het werk
van Edgar Gevaert door Wies Moens
en een studie door Jean van der Voort
over Rainer Maria Rilke. Vlaamsche.
Arbeid (Mei-Juni) : Jozef Muls,
Marcel Proust-, Filip de Pillecijn, «Jfe
Dien | van Herman Teirlinck. In Too-
neelgids spreekt Dosfel over het
programma van Henri Ghéon terwijl in
het Juni-Julinr. van Onze Jeugd
Wies Moens over Henri GhéorCs toneel-
werk in Vlaanderen schrijft. Uit Ter
Waarheid vermelden we P. van
Ginneken, Persoonlijkheidscultuur. D e
Vlaamsche Gids.van Mei brengt
bijdragen van Willem Elsschot, Amold
Sauwen, R. Kreglinger, Edouard Pe-
cher. H. van Tichelen, enz. Het Over-
zicht brengt Indrukken uit Berlijn door
Jozef Peeters, een stuk over Félix de
Boeck door M. Casteels, bijdragen verder
van Paul Dermée, Céline Arnauld, Paul
.van Ostayen, F. Berckelaers enz. Plas-
tiek van Jozef Peeters, Jos. Leonard,
Juan Gris, L. Kassak.
Het S t e m-dispuut over moderne
poëzie wordt door Urbain van de Voorde
in het Meinr. van dit ts. nog met een
artikel Godsvrede verlengd. In dit en
volgend nr. schrijft Dirk Coster over
Herman de Man, Elisabeth Zernike, Jo
de Wit, en J. Welders geeft een hoog-
staande politieke studie : De grenzen
van het geweld. Het Juninr. van Groot
Nederland brengt een vertaling
210 |