Full text |
f
L
De schrijver, wiens zestigste verjaar-
dag men spoedig in Nederland zal her-
denken, heeft, eenmaal is geenmaal, een
voorwoord geschreven om « Het zwe-
vende schaakbord » dichter bij den lezer
te brengen. Na verklaard te hebben dat
de schrijver « zich eenigen tijd van de
werkelijkheid onzer eigene eeuw wenscht
te verstrooien » noodt hij den lezer mee.
« Onmiddelijk geïnspireerd is hij ge-
worden, schrijft hij verder, door de
Midden - Nederlandsche, vermoedelijk
oorspronkelijke dichting : de Roman van
Walewein door Pennine en Pieter Vos-
taert in den jare 1350 geschreven...
«Prof. W. J A. Jonckbloet gaf onzen
Roman van Walewein naar het hand-
schrift uit, dat berust in de M1] van Ned.
Letterkunde te Leiden. De hedendaag-
sche schrijver, die dit wrerk, tijdens zijne
lang geledene studiën in de Geschiedenis
onzer Ned. Literatuur bestudeerde en
voorts voor zijn genoegen herlas, heeft
altijd gemeend : hier is een bron, om
eens een eigen schepping uit te doen wel-
len. En dit oogenblik is gekomen. Het
zwevende Schaakbord is geschreven en...
een soort humoristisch vervolg geworden
op den Midden-Nederl. roman van
Pennine en Vostaert.
« Het zwevende Schaakbord vertelt de
avonturen . van Ridder Walewein na
zijne eerste « queste », maar laat eené
periode van tien jaren verloopen...
De schrijver uit vrees dat het Midden-
Ned. dialoog voor den lezer heel moeilijk
zou geweest zijn, koos een middenweg :
« hij emailleerde de gesprekken van Lan-
celot en de koninginne Guenever, van
Gawein en de zoete Isabele met Midden-
Ned. termen en tikjes; hij incfusteerde
er zelfs zijn eigen beschrijvenden stijl
mede en spreekt dus wel eens van een
« foreest » in stede van een « woud » en
van een « liebaert » in stede van een
«leeuw». Hij hoopt, dat noch dialoog,
noch beschrijvende stijl op deze manier,
die een zekere « locale kleur » geeft, den
beschaafden lezer moeilijkheid bare, en
dat de eerst fronsende lezer —• om zoo
veel Midden-Ned. email, —spoedig
de brauwen ontfronsen zal en wel heel
gauw op de hoogte zal komen. »
Volgen wij lezers het Schaakbord, het
schaakbord met zeven maal acht velden,
dat de lucht doorzweefde en Gawein op
zijn appelschimmel tot volgen genood
heeft. Het wordt een vermakelijke tocht.
Lewis Spence. — De mythen van Mexico
en Peru. Zutphen, W. J. Thieme en Co.
Fl. 4,90.; ’
In de bekende serie « Mythen en Le-
genden » verscheen nu ook, rijk geïllus-
treerd, in de bewerking van Dr. J. W.
van Rooyen, het werk van Spence dat
een van de zeldzame werken is over het
oude Mexico. Vooral voor de verge-
lijkende mythologie is dit boek van groot
belang. De vertaling of bewerking lijkt
ons hier en daar wat slordig. Meer dan
de noodzakelik fantasties illustratie van
de legenden zetten de afbeeldingen van
monumenten waarde bij aan het boek.
S. S.
TIJDSCHRIFTEN
eens zeer belangrijke studie van fr.
B. Kruitwagen : Nederlandsche prenten
uit de 15e- 16e eeuw. Het Lente-nummer
van het hier reeds meermaals vermelde
tijdschrift Byblis spreekt ons over de
phielen te Parijs, het Junienr. een even- gehistorieerde bijbel van Antoine Verard
209
Het Meinr. van Het Boek brengt
een stüdie van dr. Maurits Sabbe over
de Antwerpse drukker Ameet Ta-
vernier en een uitvoerig verslag over het
Congres van bibliothecarissen en biblio-
ï\il
■
Hoamstea.at,, I2L
ANTWERPEN |