Full text |
onderzoek tot herstelling der oude straat-
namen te Gent (1848), een geschiedkun-
dig drama, Liederick de Buck (1846),
enz.
Gab. Celis werd te Gent geboren op
20 September 1880. Hij werd priester
gewijd in 1903 en is kapelaan bij de hoofd-
kerk Sint Baafs.
In 1906 debuteerde hij met zijn « Gids
van Sint Baafs », in 1909 gevolgd door de
« Beschrijving van Gent ».
De speurzin was gewekt en voortaan
wijdt de Eerw. Gab. Celis zich geheel
aan historische • en folkloristische opzoe-
kingen. Zijn bedoeling omschrijft hij
als volgt « goed doen en aan het volk een
hooger gedacht en plichtbesef geven ».
«En het volk kent zoo weinig van.wat
het zoo aanbelangt», getuigt hij niet
zonder eenige bitterheid.
Bijdragen verschenen in Het Volk,
De Standaard, Volkskunde en Biekorf.
Intusschen bracht hij geduldig de
bouwstoffen bijeen voor zijn standaard-
werk : «Volkskundig Kalender voor het
Vlaamsche Land ».
Overbekend zijn de werken van Core-
mans « L’Année de l’ancienne Belgique »
en de Reinsberg-Düringsfeld « Tradi-
tions et légendes de la Belgique ». Voor
korten tijd verscheen van de Warsage een
« Calendrier pop. Wallon »..
Bladzijden uit het Volkskundig Ka-
lender » verschenen in « De Standaard »
wekten belangstelling en de hoop de taak
spoedig voltooid te zien. Het boek is
nu eindelijk verschenen. Het verdient
een plaats in de huisbibliotheek van allen
die belang stellen in zeden en gebruiken
van ons volk. Niet mindér dan 336 blad-
zijden, vijf geïllustreerd met heiligeu-
figuurtjes, afbeeldingen naar bedevaart-
vaantjes en mannekensbladen.
Em. van Heurck schreef een inleiding
waarin, jammer genoeg, de Vlaamsche
folkloristen schijnen vergeten te zijn en
enkel Max Elskamp, de Warsage en De
Coster vermeld worden naast Aug.
Gittée. In zijn voorwoord leert men den
Eerw. Heer Celis in al zijn bescheiden-
heid kennen.
■ « Sommige dagen worden in Vlaan-
deren, schrijft hij, op eene eigenaardige
wijze gevierd de eene meer dan de an-
dere, volgens de plechtigheid van den
feestdag, of volgens de heiligen wier
feest gevierd wordt bijzonderlijk de
Vlamingen min öf meer aangaan, ’t is
te zeggen, dat zij binst hun leven er mede
in aanraking gekomen zijn of de geloofs-
verkondigers bij de Vlamingen waren.
« België is het land der feestelijkheden
schreef Baron de Reinsberg in 1861.
Toen was het zoo, meent pastoor Celis
doch allengskens veranderde de aard der
feesten en ontvingen zij een officieel
karakter waaraan de volksaard niets meer
had.
« Weliswaar mochten, in de laatste
jaren, vorschers als Gezelle, de Bo,
Craeynest, de Cock, Teirlinck, de Mont,
Gittée, Cornelissen, van Heurck, de
Vriendt e. a. hunne vondsten aantee-
kenen in Rond den Heerd, Volksleven,
Volk en Taal, Biekorf en Volkskunde,
doch deze bleven er in verspreid. »
Ik ontken niet, bekent hij verder, dat
dit werk onvolledig is; boeken zouden
er over te schrijven zijn, doch, ik heb
205
P;I
If 1
^EJJ^Hoornstraat. 12.HH ANTWERPEN |