Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>De machines zetten zich in beweging ; de dampbuis laat eene gansche wolk ruischenden stoom al zuchtend vliegen. De stuurman draait handig en krachtig zijn rad en de stoomboot, van ketting en touw ontslagen, maakt langs bakboord eene statige beweging op zich zelve, terwijl zij, door de beurtelings rijzende en dalende golven zegevierend kampend, op en neer gewiegd wordt. Rasser en rasser werken de machines, heviger zucht de dampbuis en met snelle vlucht doorklieft de stoomboot de baren. De wimpels op de masten en de nationale vlag op den achtersteven vroolijk fladderen en wapperen. Terwijl het doorkliefde water boeg en voorsteven oploopt, teekent zich achteraan, door het hevige malen der schroef, een wit spoor, een ziedend zog in het omgewoelde watervlak.</p>
<p>Zoo vervliegt eenigen tijd, terwijl Alfred en Kaatje, hand in hand, op eene bank gezeten, vol verrukking de klotsende zee gadeslaan.</p>
<p>Wij zullen hier geen melding maken van eene voorbijgaande onpasselijkheid, die gewoonlijk met de eerste zeereis gepaard gaat en, met eene holle zee als nu, onvermijdelijk is. Het schip, dat weldra hevig stoot en stampt wordt, door eenen zuid-westen wind, in zijnen gang merkelijk verhinderd en vertraagd. Ook lang vóór den avond zijn Alfred en Kaatje naar kooi, zonder dat wij durven bevestigen, dat zij zich uit slaaplust alleen, zoo vroeg tusschen da lakens nederlegden.</p>
<p>vertrekuur naakt. Weldra wordt zij eene tweede maal in beweging gebracht en zendt hare zware tonen, als een laatste vermaan tot de achterblijvers, den wijden oever langs. Reeds staat de kapitein op zijne brug en is de stuurman aan zijn rad en worden de houten overtochtsbruggen aan boord getrokken. Eensklaps kondigt de stoomfluit het vertrekuur aan. De kapitein roept met zware stem door de spreekbuis : Een slagje achteruit ! De touwen worden op het dek geworpen. Een tweede bevel klinkt : Stop ! en eindelijk : Zachtjes aan, vooruit !</p>
</text>
|