Full text |
Hoe pretentieloos ontsluiert hij de
geheimen en de voor ons oog nauw
merkbare gebeurtenissen in de wijde
landen van stilte, tusschen de bergen en
in de bosschen en ook langs de rivieren,
die o ver rijk zijn aan zalm. Zijn liefde en
vereering voor de dieren gaat zelfs
zoo ver, dat hij hun soms de zelfde
gevoelens geeft als de ménsch bezit.
Instinct is voor hem een zeer vaag
woord, dat enkel dekt onzen eigen
hoogmoed, gebrekkige waarneming en
de onbruikbaarheid van onze verstompte
zinnen.
Long’s boeken leeren u ten volle begrij-
pen, dat „de Natuur een geheel is, een
onverbreekbaar samenstel“.Zij brengen
in uw denken en zoeken een groot
evenwicht.
HERMAN LÖNS : MUMMEL
MAN. Een Dierenboek. A. G. Schoon-
derbeek, Laren.
Van dezen Duitscher, die sneuvelde in
den oorlog, las ik vroeger reeds een werk,
dat mij zeer trof : „Mein buntes Buch“.
Het waren vertellingen van de heide.
In „Mummelman" schrijft hij over het
loopend en fladderend gedierte van de
eenzame vlakten en zwijgende bosschen;
Hij volgt de dieren ook na in hun doen
en laten, evenals Long, maar maakt van
hun leven novelletjes. Hij schijnt heel
en al den mensch te vergeten en vindt
zijn trouwste vrienden in het dieren-
leven. Wij kunnen Löns overal mee-
volgen, daar alles in zijn boeken gebeurt
in het ook ons bekende heidelandschap.
„Mummelman" is een boek, dat gij met
genoegen leest en dat pakkend is
geschreven. Och, het zijn eigenlijk alle
maal kleine voorvalletjes, maar Löns
weet ze zoo te plaatsen en te laten ver-
looperi, dat ge niet ophoudt vóór het
boek ten einde is. Komt er misschien nu
ook een Löns’serie, zooals wij in onze
taal er reeds een bezitten van Long?
F. V: H.
TIJDSCHRIFTEN
Het Bulletin du Bibliophile van
1 Mei begint met een dubbele kroniek
van Fernand Vandérem over twee
bïbliografiese handboeken (La Biblio-
thèque de l’amateur van Ed. Rahir en
Le Trésor du Bibliophile romantique et
moderne van Léopold Carteret);
Edouard Rahir schrijft over een saisie
de livres prohibés au XVIIe siècle sur
Guy Patin et Charles Patin, son fils;
J. Pollio, Pereire en Duchemin zetten
hun bibliografiese studies voort. Het
Lentenr van Byblis brengt mooi
graveerwerk van J. E. Laboureur, Brou-
telle en de Pool Skoczylas.
De Witte Mier (April) brengt een
Nederlandse bijdrage van prof. dr. P.
Valkhoff en twee Franse van Claude
Aveline en Jacques Le Lorrain over
Anatole France, met portretten door
Ledoux en Bourdelle. De Stem bevat
een mooi artikel van Gorky over Lenin.
De Parijzer journalist André Billy zet
in de M ercure de France van 1 Mei
174
uiteen „comment se fait un journal
In Vragen des Tijds een belangrijke
beschouwing van Dr. R. T. A. Mees
over De techniek : tijdsbeeld ofeeuwig-
heidsvorm? Wil en WTg : Schadee,
De groote stad en haar beteekenis in
ons cultuurleven; Berlage : De ontwik-
keling der moderne Bouwkunst in Hol-
land.
Het Overzicht staat weer op de
modernistiese bres met bijdragen van
Prampolini, Berckelaers enz. naast
allerlei plastiek. In Elsevier geeft
Cornelis Veth nadere notities over
Nederlandsche caricatuur. Als hoofd-
artikel in Deutsche Kunst u. Deko-
ration een opstel over De Vlaminck
met o. a. een superbe kleurreproduktie
van „rode rozen" ; verder werk van
Bertelson-Dresden en Olga Székely-
Kovacs (Budapest). Lé Théâtre van
15 April brengt fotos en opstellen over
moderne regie in Amerika en de
Gouden Haan-opvoering te Antwerpen. |