Full text |
wil ik aantoonen dat, als de schooi noodzakelijk het actieve en samen-
bindend tijdschrift meebrengt, de tweeslachtige tijdschriften van
onzen tijd niet minder noodzakelijk de verstrooiing van den wil
en van den geest meebrengen en versterken. 8BI
Deze verstrooiing is de groote karakteristiek van het literair
Frankrijk in 1923. Op de crisis van het intelléktueele caporalisme
dat met razernij geheerscht heeft gedurende enkele j aren voor den
oorlog, is een koorts van individualisme gevolgd, en, in alle hoeken
van het literaire huis, de zorg om geen enkel aanrakingspunt te
hebben met zijn geburen. Een handelaar in goedkoope chokolade,
die 00 een dag be/merkt had dat zijn koopwaar zich na enkele
maanden ontkleurde en die niet de minste remedie kende tegen
dit euvel, nam het besluit om er zijn reklame op te gronden .
« De beste chokolade. De eenige die wit wordt met den ouderdom. »
Het schijnt dat hij er meer van verkocht. Wij moeten gelooven
dat veel schrijvers dit geniale denkbeeld hebben overgenomen
want sedert vier jaar wordt een overvloedig gebruik gemaakt
der reklame procédés die de gebreken van fabnkatie in kostbare
eigenschappen omzetten. En de kooper gaf hun gelijk. Wanneer
Pierre Benoit bemerkte dat al zijn pogingen vruchteloos waren
om uit de kelders van Ponsin du Terrail en van Jules Verne te
geraken, ging hij een vennootschap aan met enkele kameraden en
lanceerde den Avonturenroman.
Ik heb gezegd : individualisme. Het zou juister zijn te zeggen .
Verbrokkeling tot in het oneindige. Er was nooit woeliger, tegen-
strijdiger enkoortsiger periode. Er is niet enkel, als m alle tijdperken,
goed en slecht, minder en beter : ieders talent wordt overschaduwd
dóór de oriëntatie van de wilsinspannmgen. Niet als m de tijden
van het romantisme, het naturalisme of het symbolisme stellen
esthetische konflikten de schrijvers tegenover elkaar; daarbij
heeft het gedrang de konflikten vervangen, de literaire legers
weiden een órdelLe menigte. Dat Colette, Paul Valéry, Grom-
melynck en Marcel Proust naast elkander bestaan kunnen m de
bewondering van hun tijdgenooten, — het volstaat er op te wijzen
om volledig den toestand van de Fransche letteren m 1923 samen
te vatten. En door welke namen zou deze opsomming met nog vo
ledigd kunnen worden, die het terrein nog zouden verwijden :
Vildrac, die het verhalend drama vernieuwd heeft, Lenormand,
die de psychologische tragedie op zijwegen brengt, de oude buares,
die er in volhardt zich te definieeren en die zich met lof dronken
251 |