Full text |
ÄDA GERLO. De oude Schuld. Amsterdam,
Mij voor goede en goedkoope lectuur.
Een romantisch geval : een jong meisje
laat zich in bekoring leiden door een
[2-jarigen operazanger.
Niet zonder ironie waardeeren wij de
offervaardigheid van Robert, — een jon-,
geling die zich in het in wezen toch niet
zondige meisje heeft verliefd en in dit ver-
haal het verheven rolletje van engelbe-
waarder speelt.
De kunstenaar Jaap de Bruyn doet wel
een beetje Nonventionneel aan in zijn
wijs-geerig optreden.
Goed geteekende karakters, een klare,
vlotte verhaaltrant, pittig levend dialoog :
het zullen wel de hoofdverdiensten zijn van
dezen roman, waarin anderzijds de waarde
van een niet onaardige geslaagde proef
van vrouwenpsychologie, hoog mag aan-
EER:
geslagen.
A. W. GRAULS. Herfstalbum.
Grauls’ ars poëtica heeft al weinig van
het klassieke bronnetje. Het schijnbaar
nieuwe in zijn beeldspraak is vaak plasti-
sche kunstmatigheid. Guillaume Apolinaire
kan danook met zijn oriflamme heel 't
dichterlijke vrachtje niet dekken.
Het eerlijkst klinkt de stem van dezen
alleszins begaafden en ontvankelijk gestem-
den dichter, waar zij aan huiselijke ge-
moedelijkheid, haar akkoorden ontleent.
Dan komt het wel eens tot een geut van
DEE
zuivere melodie.
Tijdschriften
Belangrijk zijn in Bibliotheekleven,
Sept, twee opstellen over De openbare lees-
zaal in kleinere plaatsen (door Dr. L. N.G.
Bouricius en W.S. Jurgens) en in het
Oktobernummer een stuk van Dr. Fr.
Kossmann, Leiden, over De wetenschap-
pelijke bibliotheken en de toekomst, waarin hij
pleit voor het stichten van een Rijks-Biblio-
theek-Depot, waarin bijv. alle verouderde
wetenschappelike werken, die in de biblio-
theken maar in de weg staan, zouden
worden bijeengebracht; het zou een ont-
lasting zijn voor heel veel instellingen en
wie om een of andere reden juist zon
verouderd werk zoekt zou bovendien we-
hij het vermoedelik vinden
kan. — Byblis, in zijn eerst in Oktober
verschenen « zomernummer ?, brenst een
ten waar
opstel van Seymour de Ricci over het geiïl-
tustreerde boek van de XV° eeuw. — Het
Augustus-Septembernr. van Das ‘deut-
sche Buch bevat overzichten van de
Duitse literatuurgeschiedenissen en serie-
werken, de kunstboeken, de bibliotheek
van de muziekminnaar, boeken over rei-
zen en avonturen, Duitse vrouweromans
en nieuwe jeugdliteratuur. — Inde Ver-
slagen en Mededeelingen van de
Kon. Vlaamsche Akademie (Julie)
lezen we dat de heer Jules Frère, kinder-
rechter te Tongeren, een interessant hand-
schrift met refereinen, raadsels, enz., uit
1567, van Arnold Bierses, prins van de
Tongerse rederijkerskamer « De Witte
Lelie », heeft ontdekt.
De Stem van Oktober schrijft
Wies Moens over Het nieuwe Dichten.
Elsevier's Geïllustreerd Maand-
schrift bevat enkele zeer mooie blad-
zijden van Lodewijk van Deyssel. Uit mijn
gedenkschriften (reisherinneringen uit Laro-
che, 1884) en een geïllustreerd artikel over
Het Tooneel en de Theater-Tentoonstelling
door J. W. F. Werimeus-Buning.
In Le Monde Nouveau van 15 Sept.
l Okt. schrijft Lya Berger over Henriette
Roland Holst. De Zwitser Robert de Traz,
de Duitse wijsgeer Hermann Keyserling,
de Engelsman J. Middelton-Murry en de
Italiaan Pareto schrijven inde Revue de
Genève van Okt. over De Toekomst van
Europa.
Een beetje laat verscheen het Junienr.
(nr. l vande 2° jg ) van Het Fonteintje,
met verzen en proza van Urbain van de
Voorde, Richard Minne, Reimond Herre-
man en Maurice Roelants. Nrs. 8-9 van
Ter Waarheid brengen behalve een
297
In |