Full text |
Een reeks monografieën over heden-
daagsehe sier- en nijverheidskunst.)
De opzet, door het publiceeren eener
reeks geïllustreerde monografieën over
de verschillende takken der moderne
Hollandsche kunstnijverheid ons met
dezes zou hoog staande produkten beter
vertrouwd te maken, mag een buiten-
gewoon gelukkige worden geacht.
Het deel aan de ceramiekkunst gewijd,
opgesteld door den knappen kunsthis-
toricus Dr. Van Gelder, verdient allen
lof. Een bondig exposé van de opkomst
der moderne Nederlandsche ceramiek-
industrie, een goed overzicht van den
huidigen toestand en ten slotte een vol-
ledige lijst der verschillende firma’s met
reproductie van hunne respectievelijke
merken. Als illustratie goede reproduc-
ties der meest interessante producten.
G. L.
NEDERLANDSCHE AMBACHTS-
EN NIJVERHEIDSKUNST. Jaar-
gang 1922. Uitgegeven te Rotterdam
bij W. L. & J. Brusse’s uitgevers maat-
schappij met steun van het departement
van onderwijs kunsten en wetenschap-
pen.
Een uitgave welke ongetwijfeld in
kunstenaarsmiddens in ruime mate
belangstelling zal wekken. Wel het
meest om de daarin gereproduceerde
werken, toch ook wel om de bijdra-
gen welke het textgedeelte samen-
stellen. Deze worden voorafgegaan
door twee in memoriam artikels, het
eene voor M. de Klerk door J. L. M.
Lauweriks, het andere over de Bazel
door H. Th. Wijdeveld, daarbij twee
goede houtsneden van Chris Lebeau.
Daarop volgen „Gedachten over kunst
en leven in verband met den geest des
tijds" door H. C. Verkruysen; „Over
het wezen van het werktuig" door
Dr. M. H. J. Schoenmaekers ; „Egyp-
tisch vlechtwerk" door B. Bake; „Het
verband tusschen huis en tuin, Vorm-
en kleurbeelding in onze tuinen" door
A. P. Smits „Oorsprong en ontwik-
keling onzer lettervormen" door Joh. B.
Smits; „De internationale theaterten-
toonstelling te Amsterdam in 1922“
door H. Th. Wijdeveld.
Volgt het illustratie gedeelte. Tusschen
de gereproduceerde werken vermelden
wij als zijnde bijzonder interessant : Het
photographisch atelier van Jan Wils,
de theater tentoonstelling van H. Th.
Wijdeveld, het beeldhouwwerk van van
Reyn en van van Remmen, glasramen
van Toorop en van Thorn Prikker,
behangselpapier van Lion Cachet,
batik van Lauweriks, Egyptisch
vlechtwerk van Siewertsz van Reezema,
bandstempel en boekverluchting van
Hofman, houtsneden van Joan Collette,
aanplakbiljetten van Sluyters en Klijn.
De typografische verzorging en de
ontwerpen van bandstempel en schut-
blad zijn van J. L. M. Lauweriks.
DANTE ALIGHIERI : DE GOD-
DELIJKE KOMEDIE, vertaling in
terzinen door ALBERT VERWEY.
1923, H. D. Tjeenk Willink & Zoon,
Haarlem.
Meer dan ooit vroeger heeft de belang-
stellende in de N ederlandsche dichtkunst
het laatste jaar gelegenheid gehad tot
de veelomstreden figuur van Albert
Verwey door te dringen. Daar was
allereerst de uitgaaf van het „Proza",
die het werk van twintig jaren, slechts
door een kleine kring bij het verschijnen
geregeld gelezen, als groots geheel bin-
nen het bereik van velen bracht. Daar
waren in de tijdschriften de diepgaande
beschouwingen over dit werk en over
de poëzie. Daar waren de nieuwe
gedichten zelf, die meer dan ooit vroe-
ger een direct inzicht gaven in het
wezen van hun maker. En tenslotte
waren er de door hem voor zijn Proza,
dichtbundels en vertalingen geschreven
inleidingen.
Ook de D ante-ver taling heeft zoon
inleiding. Dante, de dichter-bouwmees-
ter bij uitnemendheid. Dan te, de bege-
nadigde godschouwer ; Dante, met zijn
deemoed van middeleeuwsch scholasti-
cus — zie hiervoor de één-en-dertigste
zang van de „Louteringsberg" ■— ; met
zijn zelfbesef en hooghartigheid van
eerste renaissance-dichter —* zie hiervan
Hl |