Full text |
EEN BOEK DAT ONS WELKOM IS
door G ER'. SCHMOOK.
Sedert een paar jaar reeds gaan er onder de hibliothecarissen-na-ar-den-geest
stemmen op om de hoofden eens bijeen te steken ten einde tot een bespreking
te komen van de wet van 1921, die nu haar zevende levensjaar bereikt.
Inderdaad haar verschillende alinea’s, het zijn er niet veel, zijn op menig-
vuldige, uiteenloopende gévallen toegepast geworden, zoodat de wet zelf van
gestemden tekst tot gebnjik is geworden. De wet heeft dus een vasten vorm,
een gebruiksvorm gekregen, terwijl de door den wetgever onvoorziene of niet
voldoende onder ’t oog genomen gevallen hun tanden.in het gebint hebben
geslagen en de vooze plekken hebben aangewezen.
De discussie over de wet, over strekking en uitwerking, kan dan ook veilig
worden opgenomen, zonder in ’t minst het initiatief te schandvlekken, dat
in 1921 voorzat. Er dient immers nagegaan te worden of dë goede bedoeling
« ab ovo » voldoende zwaartekracht beeft gehad om zich baan te breken door
den administratieven mallemolen, en of de politiek zich geen prerogatieven
heeft willen aanmatigen boven het kultuurwerk. Het is wellicht alleen te wijten
aan een zekere laksheid, aan een gevoel van onzekerheid, mede aan een gebrek
aan materiaal, dat in het openbaar nog geen stemmen zijn opgegaan.
Het boek (1), dat Pierre Recht, oud-inspecteur van de Openbare Bibliothe-
ken voor enkele weken het licht deed zien, doet zijn intiede op het gepaste
oogenblik, komende uit den aangewezen hoek.
Wij hoor en dus een administratieve klok, en daar de Schr. meteen advo-
kaat van beroep is, krijgen we een juridisch commentaar, het is te zeggen :
in Recht’s boek worden de bedoelingen van den wetgever, afgewogen tegen de
inertie van een wet, en de quasi-ónaantastbaarheid van de gewoonten. Het
' « wat wou men bereiken » tegen het « wat laat de tekst toe ». Wij staan voor
heel iets anders, dan een overdruk van wet en koninklijke besluiten, waar-
aan de (( handleidingen » ons hadden gewoon gemaakt. Wij hebben te doen met
een onderzoek, en dat is ons welkom.
Als ambtenaar kon en mocht Recht niet spreken ; nu hij echter buiten den
inspecteurs-kring getreden is, kan hij dat wel. En den buiten de administra-
tieve machine staande wordt het thans gegund een blik te werpen in het
binnenwerk : achter de schermen.
Het boek is ons te welkom, dan dat wij het met een bespreking van een
tiental regels zouden trachten te verwijderen van de leestafel — het vraagt
meer aandacht dan een oppervlakkige lezing en krijgt die ook in ons vaktijd-
schrift.
In algemeenen zin geeft het ons sedert lang gekoesterd vermoeden gelijk:
de wet werd zonder voldoende ruchtbaarheid, gestemd; alles moest er op gezet
worden om de « eenparigheid » van stemmen te bereiken; de publieke opinie
(1) Pierre Recht. — Les bibliothèques publiques en Belgique. Commentaire pratique de
la loi du 17 octobre 1921 à l’usage des mandataires publics, des fonctionnaires communaux
et des bibliothécaires. (Brux., A. De Boeck, 1928.)
33 |