Full text |
tées ou libres qui, en déclarant s’v soumettre en réclameront le bénéfice ».
te vervangen door :
« La présente loi règle la situation des bibl. publiques communales ou
adoptées, ainsi que celle des bibl. publ. libres qui, en déclarant s’y soumettre,
en réclameront le bénéfice ».
Dan zou elke gemeentebibliotheek d’office de Staatscontrole ondergaan
(Antwerpen b.v. wenscht dat niet), maar .... is het logisch een gemeente, die
haar plicht doet buiten de wet omJ onder Staatscontrole te plaatsen, waar de
wet andere gemeenten toelaat minder dan hun plicht te doen? De gemeentelijke
verhoudingen zijn delikate zaakjes, en Antwerpén b.v. kan de Staatscontrole
aanvaarden (vermits de gemeentebibliotheek volgens Recht niet verplicht is
bewoners van andere gemeenten toe te laten (l) (§ 44, pag. 69). Maar onzes
inziens is deze tekstverandering niet een oplossing, daar, waar in de laatste jaren
de gemeenten aan meer dan één band gelegd zijn in de uitoefening van hun
bevoegdheden. De wet had hier ook wel eens kraniger kunnen leiding houden.
Door heel het geraamte van de wet steekt de politiek haar ezelsooren uit :
is het niet zoo voor de « aangenomen bibliotheek » ? De politiek houdt het lot
van de bibliotheek, zelfs van de gemeentelijke in haar handen, en de wetgever
handelt tegen de gezondste begrippen van het boekerij wezen in, door de boe-
kerij op een gegeven oogenblik tot stagnatie te doemen (bij verdeeling van de
wettelijke 0,25 fr. ). Moet een bibliotheek als functie in het openbaar leven,
om bibliotheek te zijn en te bhjven, niet groeien, wassen, en is het verdedig-
baar, dat, van welken kant de actie ook kome, een onder algemeene controle
arbeidend organisme plotseling van zijn bestaansmiddelen wordt beroofd?
Deze zelfde orde van gedachten wordt door den Schr. toegepast (de vorige
alinea is voor onze rekening) op het intercommunaal arbeidsplan. Daar vinden
wij de kuituur op het voorplan. Wij zouden de vraag kunnen stellen : gaat
het gemeenteprestige( want Schr. klaagt over de onverdraagzaamheid der ge-
meentebesturen) vóór de bibliotheek ? Of is het bibliotheekwerk afhankelijk
van een burgemeesterswaanzin ? Diat prestige is misplaatst. De wet hoeft de
gedragslijn voor te schrijven, maar dan hoeft zij zich elders te gaan inspireeren !
Onze mentaliteit is nog niet op de openbare bibliotheek gesteld, en wat erger is :
de bevolking wordt in die idee niet opgeleid, terwijl de voorstanders der vrije
instellingen een machtig handlanger vinden in de wet-zelf !
Terecht houdt Schr. een mooie partij bladzijden vrij voor de bespreking
van de voorwaarden der erkenning. Hij stelt zich even als altijd op het tekst-
standpunt, en kan daaruit dan ook een gemakkelijke houding aannemen, daar
waar het gaat om «het aantal boeken, het uitleencijfer, enz.». Zijn stelregel
luidt heel lakonisch (terecht voor hem) : «la règle bibliothéconomique n’est pas
la règle juridique». Maar zijn opmerkingen, het is te zeggen, zijn bemerkingen,
(1) Men kent de bizondere positie van de Grootstad. Antwerpen zon voorzien in de
behoeften van de agglomeratie, terwijl de voorgeborchten de handen in de zakken zonden
houden. Overigens is de toestand voor Borgerhout en Bèrchem * lamentabel ». Deze ge-
meenten verstaan hnn rol van deel der grootstad slecht of maar half.
36 |