Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>dohan had vereenigd om nog iets van zynen ouden luister terug te bekomen, en dat dit godtergend verbond slechts dan was gesloten geworden, na dat Sidhan beloofd had de doos te leveren. Het angstzweet liep de geliefde van het aenzicht by het vernemen dier samenspanning; zy voorzagen dat er hun nog veel lyden was toebereid en gevoelden, als het ware, al het folterende der yselyke toekomst, welke zich voor hen ontrolde. Nogtans ontbrak hun de tyd om lang onder die pynen bedwelmd te blyven ; het pand van hun nakend heil vroeg heel hunne tegenwoordigheid van geest en zy beraedslaegden hoe de doos het best te redden was. Geen schuilhoek bood hun eene onfeilbare veiligheid aen en beter dan ze uit de handen te leveren , was het haer te verdedigen : Harmona verborg ze op haren boezem, terwyl zy weenend zegde : Daer is zy kostbaer bewaerd ; om haer daer te rooven , moet men my het hart ontscheuren en, indien wy scheiden moeten, beminde Demhar, dan zal God, de beheerscher aller dingen, wel zorgen dat ik ze u de eene of de andere mael weder geworden doe. Hy antwoordde : —ik betrouw op uwe liefde; en zy omhelsden elkander nog eens , alvorens de deur van hunnen schuilhoek open schoot en de vervolgers binnen stoven. Kalm werden die ontvangen en Dernhar, , zich naer Sidhan wendende, sprak op aendoenlyken toon en terwyl hy zyne tranen bedwong: Gy hebt my verraden, priester, en nogtans ben ik het alleen, die u uit er harte liefheb. Degenen met wie gy u hebt verbonden, steunen op u gelyk gy op hen en ge zyt hun werktuig, terwyl gy myne hoop kondet zyn. Maer gy zult (de hemel verhoede het) dien misstap bitter boeten ; want Sul:Bath verfoeit u in de ziel en twyfelt aen uwen God !</p>
<p>De priester aenzag heat van uit zyne hoogte en sprak op gewigtigen toon: Ik volbreng niet dan den oppersten wille, en hy vroeg Denthar naer de doos.</p>
<p>De jongeling loochende schaemrood dat hy haer wist en , gelyk het meisje hem hierin navolgde, ontstaken de vervolgers in woede. Zy grepen Demhar aen , die weinig wederstand bieden kon, en</p>
</text>
|