Full text |
regeldruk, zelfs voor één kopie (behalve indien het om een zeer kleine
catalogus zou gaan, zegge, met minder dan 10.000 catalogustitels).
Nochtans moet rekening gehouden worden met de aankoop van lees-
toestellen en met het probleem van de opleiding van de bibliotheekgebruiker
tot het nieuwe medium. Geen van beide stelt ernstige problemen. Goede
microficheleestoestellen kosten over het algemeen niet meer dan 8.000 à
15.000 BF, dit is niet meer dan de prijs van 10 normale steekkaartenschui-
ven. Tevens wordt er aan herinnerd dat het aantal leestoestellen niet, zoals
bij de traditionele kaartcatalogus, afhangt van het aantal catalogustitels,
maar van het aantal gebruikers. In academische bibliotheken lijkt de
verhouding van 1 lezer tot 200 studenten adequaat. Voor een universiteit
van 10.000 studenten zullen er dus 50 leestoestellen nodig zijn, wat een in-
vestering vereist van ongeveer een 500.000 BF. Indien men meer
gesofistikeerde (automatische) leestoestellen wenst, b.v. van het type casset-
temicroficheleestoestel, moet men deze som vermenigvuldigen met een fac-
tor 5 à 10. Lezersweerstand tegen de catalogus op microfiche wordt als
gering gerapporteerd9 ; gezien de relatieve nieuwheid van deze catalogus-
vorm is er wel aanleiding tot goede voorlichting.
Ultrafiches (105 x 149 mm); verkleining 150 x of meer (of andere
microvormen die in zeer hoge mate verkleind zijn) zijn oneconomisch, ten-
zij het zou gaan om een zeer grote catalogus, b.v. van 1.000.000 titelbe-
schrijvingen, te produceren in een hoge oplage, zegge meer dan 1000 ex.
Computer gestuurde fotocompositie geeft over het algemeen het meest
leesbare resultaat. Het wordt thans geregeld gebruikt om bibliografieën, in-
dices, en catalogi op te stellen. Het procédé is altijd duurder dan dit der
microvormen, maar het is globaal minder duur dan regeldruk, zodra er meer
dan 200 kopieën nodig zijn. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat
typografisch zetwerk een kleiner korps en variabele spatiëring toelaat ; hier-
door wordt tegelijkertijd een grotere leesbaarheid bereikt en een grotere
besparing van papier en een vermindering van de druktijd.10
Wij hebben hierboven gezinspeeld op de negatieve neveneffecten van
de catalogus die in stapelverwerking wordt geproduceerd. Voor het pro-
bleem van het afsluiten van de oude catalogus is er geen oplossing, tenzij
men bereid is (direct of in fasen) hem over te slaan in machine-leesbare
9. Cf. P. Dranov, Microfilm : the librarians' view, 1976-77. New York, 1976. p. 13-16 ;
M. Steinhagen, Erfahrungen mit Microkatalogen. in : Zeitschrift für Bibliothekswesen und
Bibliographie. 22 (1975). p. 101-119 ; A. Needham. Commicroftche and roll film catalogue
comparisons : some interim results of the Bath University comparative catalogue studv. in :
Reprographies quarterly. 7 (1974). p. 94-97.
10. J. L. Dolby. V. J. Forsyth. H. L. Resnikoff. Computerised library catalogstheir
growth, cost, and utility. Cambridge. Mass.. 1969. 164 p.
126 / Bibliotheekgids — J g. 53Wj^Nr. 2-3 — 1977 |