Full text |
7.2 De verwerking. — Elke werkdag worden via één der terminals de
gemaakte beschrijvingen over het openbare telefoonnet verzonden naar het :
universitaire rekencentrum. Dit drukt in de regel ’s nachts de diagnostieke 1
proeven af, die de volgende morgen vroeg op de UB worden bezorgd.
De controle op de titelbeschrijvingen als zodanig, de correctie van i
eventuele typefouten alsmede het herstel van denkbare transmissiefouten
kunnen daarmee binnen 24 uur én in één gang geschieden.
Het boek volgt na deze controle zijn bestemming ; eventuele mutaties ;
worden via de terminals aangebracht vóór tot het uitvoeren van catalogus-
materiaal wordt overgegaan. Voor onze bedrijfsvoering is van groot voor- j
deel, dat alle verwerkingsopdrachten vanuit de bibliotheek on-line aan de j
computer worden verstrekt, de zgn. ‘remote job entry’.
7.3 De uitvoer. — Wij zeiden reeds, dat bij de Utrechtse aanpak van
meetaf aan gedacht is aan realisering van àlle vier fysieke vormen van uit- j
voer. Een en dezelfde titel moest kunnen leiden tot titelkaartjes, tot op-' j
neming in een of meer lijstcatalogi of tot plaatsing op een of meer COM- j
fiches (dan wel tot combinaties van deze mogelijkheden), terwijl online
raadpleging in de toekomst mogelijk zou moeten zijn. Die tevoren vastge-
stelde verscheidenheid in de mogelijkheden van uitvoer besliste ook over de ;
opslag en de verwerking der data.
De uitvoer vindt momenteel plaats in drie fysieke vormen, terwijl de j
vierde manier — het on-line beschikbaar krijgen van de informatie — wel !
is uitgetest, maar nog niet operationeel wordt toegepast. Het is nu nog niet j
gerechtvaardigd, van het rekencentrum schijfruimte (permanent file) met het j
totale bibliotheekbestand te vergen. Gezien de beschikbaarheid van COM en ;
de snelle levering van titelfiches is dat ook niet nodig. Alles (of alleen de !
recente produktie) on-line beschikbaar houden,4 achten wij, vooralsnog
alleen voor dienstgebruik, pas te overwegen, als àlle catalogiseerwerk op de
nieuwe manier plaatsvindt : op z’n vroegst in 1978, op z’n laatst het jaar |
daarna. Dan zal het rekencentrum de nieuwe hardware naar verwachting in ;
huis hebben. Maar ook dan blijven we in de Utrechtse UB voor de grote j
meerderheid der titelbeschrijvingen denken aan aanmaak op onze in-
telligente terminals, aan de stootsgewijze invoer en aan batch verwerking in
de goedkope nachtelijke uren, wanneer het rekencentrum nagenoeg of geheel
onbemand de produktie voor ons verzorgt.
4. Belangrijk bij sterk gegroeide op COM vastgelegde catalogusbestanden zouden in de
toekomst wel eens de mogelijkheden kunnen zijn, die de nog in de kinderschoenen staande
CIM lijkt te bieden ; bij deze computer-input from microfilm worden de vroeger door een
computer op microfilm/-fiche vastgelegde gegevens weer in computer-leesbare tekst gecon-
verteerd, voorzover aan activering van een bepaald gedeelte der informatie behoefte bestaat.
116 / Bibliotheekgids — Jg. 53—Nr. 2-3 —1977 |