Full text |
Problemen rond de verschijningsvormen van catalogi of:
Catalogusautomatisering in Utrecht
J. VAN HEIJST
Summary. — Intégration of 14 ïnstitute libraries triggered library automation at Utrecht
Univers'iiy in January 1976 : rendered more feasible by the present* of a futly operational
computing center.
The input terminals are of the “intelligent" type, and backed up by magne tic tape
holders (cassettes). Entries are telephoned to the computing center. Physical output is 3-
fold: card présentation, lists, and COM-fiches. The output Products, to date, are
alphabetical files, a detailed shelf catalog and systematic catalog, seperate institute KWOT-
catalogs and listings of serial holdings and acquisitions. On-line access is in sighl. Some
volume and cost figures over the entire period are also given.
1. Toen collega Boeckx mij enige tijd geleden opbelde met de vraag of
ik op een te houden studienamiddag over verschijningsvormen van catalogi
naast prof. Vervliet en hemzelf een spreekbeurt wilde vervullen, had ik geen
andere vrijheid, dan de uitnodiging te aanvaarden. Wie zou in dankbaarheid
voor de zo vaak reeds bij de Vlaamse collega’s ondervonden gastvrijheid
of nog juister •. gastvriendschap -S- de moed hebben, de invitatie af te slaan ?
Het probleem kwam pas bij het volgende telefonische overleg : de titel
van de voordracht. De heer Vervliet zou de economische kant der ver-
schijningsvormen behandelen, de heer Boeckx zou de gebruikerskant voor
zijn rekening nemen door verslag te doen van enkele buitenlandse onder-
zoekingen. Wat was mij toegedacht? Antwoord : een volledige vrijheid,
maar liefst iets uit de praktijk, naar believen de Noordnederlandse öf de
Utrechtse praktijk. Was, aldus collega Boeckx, Urecht niet het pad van de
automatisering opgegaan en had Utrecht zich dus niet moeten bezighouden
met de denkbare verschijningsvormen?
Boven mijn voordracht staan nu twee titels : de eerste is die, welke
collega Boeckx en ik afspraken omdat nu eenmaal de affiches gedrukt
moesten worden, een titel die achteraf een schuiltitel mag heten ( Problemen
rond de verschijningsvormen van catalogi’). De tweede titel luidt, na het
voorgaande onvermijdelijk : ‘Catalogusautomatisering in Utrecht.
2. Of het ook in Nederland tot automatisering in de grote weten-
schappelijke bibliotheken moet komen, is al verscheidene jaren geen vraag
meer. Zij ondervinden steeds meer moeilijkheden bij het handhaven van een
redelijk peil van dienstverlening. De universitaire collecties, vaak over vele
locaties verdeeld, zijn sterk gegroeid; de grotere aantallen docenten en
studenten doen steeds meer een beroep op de bibliotheken ; de bedrijfs-
voering wordt steeds ingewikkelder, niet in het minst omdat de catalogi en
de administratieve bestanden, naarmate zij in omvang toenemen, minder
Bibliotheekgids — Jg. 53 —Nr. 2-3 1977 / 109 |