Full text |
- stelde contacten voor met middelbaar-, normaal- en technisch onderwijs ;
- met grote bedrijven (vooral voor de jonge werkers) ;
- met vakbonden en jeugdorganisaties, jeugdhuizen, leesclubs, discussiebijeenkomsten,
groepen voor natuurwaarneming, ateliers voor ceramiek, pottenbakkers, rietwerk e.d.
Tot slot deed de heer Schevenhels een reeks voorstellen :
- hij suggereerde : een toekomstig Vlaams Bureau „Boek en Jeugd” ;
- in samenwerking met de Nederlandse collega’s samenstelling van een handboek
voor verantwoorde inrichting van schoolbibliotheken ;
- selectieve bibliografische lijsten en oefeningen voor het consulteren van referentie-
werken voor jongeren ;
- hij somde verder een reeks organismen op die mogelijk zouden kunnen samenwerken
en maande aan gebruik te maken van het Ministerieel Besluit van 11 dec. 1963
betreffende de subsidieregeling voor het Belgisch-Nederlands volksontwikkelings-
werk.
Deze gedocumenteerde uiteenzetting was er niet uitsluitend op gericht ons de
deplorabele toestand te doen beseffen, waarin momenteel de Belgische jeugdbiblio-
theken en het jeugdbibliotheekwerk verkeren maar bood vele positieve mogelijkheden
en werk voor de toekomst met of zonder staatshulp.
Vervolgens werd een gemeenschappelijk referaat gehouden door mej A. J. Moer-
kercken van der M.eulen en mej. Th. de Laat over het Bureau „Boek en Jeugd der
C.y.” in Nederland.
Mej. A. J. Moerkercken van der Meulen nam het theoretische gedeelte voor haar
rekening, terwijl mej. T. de Laat voor de praktische kant van de zaak instond.
Mej. Moerkercken van der Meulen schetste het ontstaan en de oprichting van het
bureau „Boek en Jeugd der C.V.” einde 1952, toen ondergebracht in de garderobe
van de afdeling der Haagse O.L.B. te Scheveningen. Ze verhaalde ons hoe ze slechts
met een zekere schroom het directoraat aanvaardde. Documentatiemateriaal en hand-
boeken waren er practisch niet, de taken zeer vaag omschreven, maar menigvuldig.
Na deze korte inleiding werd de taak en het doel van het Bureau toegelicht.
- Het bureau streeft er naar het boek vroegtijdig in te schakelen in het dagelijks
leven van de jeugd en wil op deze wijze een blijvend contact in de hand werken
met de bibliotheek. Het bureau richt zich echter niet enkel tot de jeugd, ook aan
het onderwijzend personeel wil het meer jeugdlectuurkennis bijbrengen. Verder
richt het bureau zich tot jeugdbibliotheekassistenten, kweekschoolpersoneel, boekver-
kopers, uitgevers en psychologen.
- het neemt contacten op met kleuteronderwijs, lager onderwijs, met het Nationaal
Centrum Vorming Bedrijfsjeugd ;
- het verleent zijn medewerking aan schoolfilm — schoolradio — radio >r : kinderboe-
kenweek — boekbeoordelingswerk ;
- het Bureau vermenigvuldigt en verspreidt de boekbesprekingen die in de kring
van de jeugdbibliothecaressen worden gemaakt, het neemt voor een groot deel de
redactie op zich van de jeugdboekbesprekingen voor Prisma, die verzorgd worden
- door jeugdbibliotheekassistenten van alle gezindheden ;
De bibliotheken kunnen mits betaling de steekkaarten met systematische indeling
aanvragen der gecatalogiseerde werken. Ze kunnen keuzelijsten aanvragen en be-
roep doen op hulp bij de boekenaanschaf voor de jeugdafdeling. Er kan voorlichting
gegeven worden betreffende de inrichting, het beheer en de administratie van de
jeugdbibliotheek, over tentoonstellingen, lezingen, prijsvragen, literatuuropgaven,
over speciale onderwerpen. In „Boek en jeugd”, een gecyclostileerd mededelings-
blad dat alle leden van het studiecentrum van jeugdbibliotheken ontvangen, wordt
eveneens lecuurvoorlichting gegeven ;
3 |