| Full text |
Onderwijs-
programma en
vrije lectuur.
Verstandhouding
Bloemlezing
vervangen door
integrale lectuur
Samenwerking
met het
Institut Internat.
d'Education
Eerste vereischte blijft toch wel het lezen van de jeugd zoo
rendeerend mogelijk te maken, en dan zal zeker moeten uit-
gezien worden naar verstandhouding met het onderwijs, opdat —
vooral bij dien kritischen leeftijd — de noodige ruimte gelaten wordt
voor het regelmatig bibliotheekbezoek. Ook het vrijwillig lezen yan een
boek moet, en dat is het helaas op verre na nog niet, beschouwd worden
als een edel stuk huiswerk. Het komt ons evenwel voor, dat, waar
« lezen » op zichzelf aanvaard wordt als zijnde een noodzakelijkheid,
het « genieten van lectuur » nog verre van onderwezen wordt, waardoor
later het genieten en begrijpen van de meesterwerken van de literatuur
zeer in het gedrang komt.
Inderdaad, in de hoogere klassen van de lagere scholen wordt nog
veel te veel belang gehecht aan de bloemlezing en het « leesboek ».
Voorkeur zou het verdienen enkele werken in extenso te lezen, werken
dan, die onmiddellijk bij de productie aansluiten. Het belang van de
literatuur, als scheppende kunst blijft te lang verholen. De leesstof moet
op bizondere wijze gekozen worden, en het stylistisch verfijnde mag niet
altijd den doorslag geven. Inhoud en uitbeelding stellen voor dit doel
ook hun eischen.
Wellicht is er mogelijkheid dezen kant van het vraagtsuk onder
de oogen te brengen van de paedagogische • staatsadministraties door
bemiddeling van het « Institut International d’Education » van Genève,
dat de verspreiding van het degelijk kinderboek reeds in de hand gewerkt
heeft, en zeker niet ongevoelig zal zijn aan een beroep op zijn invloed.
Het is natuurlijk niet voldoende dat er gelezen wordt, en dat het kind
leest, _ analphabétisme is vrijwel een overwonnen kwaal —• ; er dient
zorg te worden gedragen voor een degelijken lectuurgrond, zoo, dat de
lezer, de arbeider met kritisch oog en hart lezen kan, en in hem een
opnemingsapparaat verscherpt wordt, dat hem, wanneer de school haar
normajiseerenden invloed niet meer kan doen gelden, in staat stelt te
kiezen en te oordeelen. Te dien einde zal het misschien geraden zijn het
zakenonderwijs met zijn uitwas : de overladen programma s eenigszins
te veranderen en wat ruimte te laten voor « levendiger » onderwijs, vooral
in de hoogere klassen. Ver wordt aldus gezocht naar een oplossing om
den vrijen tijd van den arbeider te vullen, maar er moet ook in aanmer-
king genomen worden, dat de oplossing van het voorgestelde probleem
een stuk vreedzame geschiedenis zal blijken te zijn, waarmede geslachten
gemoeid zijn, en waarvoor de grondslagen met zorg dienen .voorbereid
te worden. |
