Full text |
archieven, doch het ontijdig heengaan
den geleerde was oorzaak, dat deze publi-
catie niet mocht verschijnen. Ze zal ook nooit
verschijnen, tenzij een geheele schaar van
uiterst bekwame archivarissen, volkomen
thuis in de talrijke Romeinsche archieven,
zich aan het werk zou zetten. Voor één
persoon is die taak te zwaar.
Gemakkelijker is het een summairen gids
te schrijven, die zich tot de bibliotheken
beperkt, zooals het deel dat thans voor ons
ligt. De elementen, waaruit deze gids bestaat,
behoefden slechts door navraag bijeenge-
bracht en daarna geordend te worden ; niet
zoozeer een moeihjk dan wel een tijdroovend
en weinig aangenaam werkje.
De « Guide-manuel », zooals door het
Nederlandsch Historisch Instituut in het licht
wordt gegeven, bestaat uit : een korte inlei-
ding van de hand van den directeur, dr. G.
J. Hoogewerff ; uit zes groote groepen be-
schrijvingen van bibliotheken en uit eendeer
rijk register op zaken- en persoonsnamen.
Zooals gezegd, zijn de beschrijvingen in
groepen 'gerangschikt en wel op de volgende
wijze : A. Vatikaansche Bibliotheek en biblio-
theken der pauselijke Instituten ; B. Zelf-
standige bibliotheken, die niet afhankelijk
zijn van eenige wetenschappelijke instelling
of van een inrichting, waar onderwijs ver-
strekt wordt ; C. Openbare bibliotheken ver-
bonden aan wetenschappelijke instituten of
inrichtingen van onderwijs ; D. Bibliotheken
afhankelijk van wetgevende lichamen of van
regeeringsbureaux ; E. Bibliotheken van bui-
tenlandsche leeken-instituten ; F. Bibliotheken
van geestelijke .colléges.
Van elke bibliotheek wordt in het kort de
geschiedenis medegedeeld, waarop nauwkeu-
rige mededeelingen volgen over de samen-
stelling der boekerij met bijzondere vermel-
ding van het aantal en den aard van even-
tueel aanwezige handschriften en incunabe-
len. Voorts wordt voor ieder bibliotheek het
bestaan van. eventueel e catalogi (gedrukt of
geschreven medegedeeld ; verder de zetel met
nauwkeurig adres en de dagen en uren,
waarop -de boekerij voor het publiek toegan-
kelijk is . .
Eerst door dit werk te raadplegen beseft
men, hoe buitengewoon rijk het boekenbezit
der Eeuwige Stad is. Verdeeld over de zes
hierboven genoemde groepen, zijn er precies
tweehonderd wetenschappelijke boekerijen,
waarvan er 38 ress.orteeren onder de Uni-
versiteit van Rome, 12 afhankelijk zijn van
pauselijke instellingen, 26 van buitenlandsche
leekeninstellingen, 49 van geestelijke colle-
ges 'enz. • De meeste dier bibliotheken zijn
ongemeen rijk niet alleen wat het aantal
boekdeelen betreft, doch vooral door hun
bezit aan zeer zeldzame werlcen en door de
ongeëvenaarde schatten aan Latijnsche,
Grieksche, Oostersche en Italiaansche hand-
schriften. De « Vaticana », de rijkste biblio-
theek der wereld, wordt in den Guide-Manuel
terecht uitvoeriger behandeld dan de andere
boekerijen. De ^ Vittorio Emanuele », de
voornaamste Italiaansche bibliotheek te
Rome, behoort ook mee tot de grootste en
rijkste der wereld en hoewel minder rijk
zijn de « Casanatense », de « Angelica », en
de « Vallicelliana », alsmede de « Alessandri-
na.» door hun bezit aan waardevolle manus-
cripten zeker niet minder belangrijk.
Van den « Guide Manuel », waarvan thans
nog alleen de. genummerde lüxe-uitgave in
den handel is, zal binnenkort ( 1 Januari
a.s.) een goedkoopere editie het licht zien,
welke ve rkrijgbaar zal zijn bij de uitgevers
Herder te Rome en Freiburg i. Br.
Een Standaardwerk
Binnenkort verschijnt bij Mârtinus Nijhoff
te *s Gravenhage : Nederlandsche Houtsneden
1500-1550.
Wouter Nijhoff verklaart in het prospectus:
« Bij de beschrijving van Nederlandsche
postincunabelen (1500-1540 )kreeg ik een
groot aantal houtsneden onder de oogen,
waarvan een gedeelte in mijn ^ Art typogra-
phique » (1906-1926) werd afgebeeld. Dik-
wijls is toen reeds bij mi] het verlangen
opgekomen ook de houtsneden die niet voor
boekillustratie bestemd waren bij elkander te
brengen en uit te geven. Dit zijn uit den
aard der zaak dikwijls prenten van groot,
somtijds zeer groot formaat, waarvan slechts
een enkel, o£ zeer weinige exemplaren be-
waard zijn en die daardoor geheel of vrij-
wel geheel onbekend zijn gebleven. Zij ver-
verdienen stellig evenzeer de belangstelling
als de houtsneden van andere landen uit dien
tijd en behoeven in vele opzichten daarvoor
niet onder te doen. Integendeel. Enkle ervan
zijn hier of daar in verzamelwerken gerepro-
duceerd doch dit is slechts zeer sporadisch
het geval geweest.
Een voorloopig, vrij grondig nochtans, on-
derzoek in de voornaamste prentenkabinetten
van Europa heeft al aangetoond, dat Neder"
landsche houtsneden van groot formaat thans
tot de zeer zeldzame voortbrengselen van
de graphische kunst behooren en vooral ook
dat daarvan nog zeer weinig studie gemaakt
is. Dit moet nu anders worden. Ik hoop door
deze uitgave té. bereiken dat deze prenten,
waaronder stukken zijn van buitengewoon
belang en fraaie gravure, in ruimer kring
worden verspreid, waardoor de Ne<^erlant^“
sche prentkunst van dien tijd beter kan wor-
den gekend en beoordeeld en tevens aan
velen genot verschaffen kan, want vooral
206 |