Full text |
Herwig, Fr. : De heilige Proletariër, 126 blz.
Tilburg, N. V. Nederlandsche Boekhuis,
1931. fl- 1>75
Een beteekenisvolle en treffende socialen
roman van den katholieken schrijver Iderwig.
Een jammerbeeld van het donker Berlijn in
dezen tijd, waarin de goddelijkheid van den
mensch boven laagheid en ellende wordt
uitgedragen.
De monnik Sebastiaan, schrijft de inleider,
verlaat de vredige hoogte der heuvelen en
trekt uit de eenzame rust van zijn klooster
de vlakte naar het Noorden in. Hij leert de
nachtlegers kennen onder den dauw des he-
mels. En de leege schuren, waaruit in het
grauw van den morgen de gasten schuw ver-
dwijnen. Hij nadert de voorsteden, huizen-
rijen langs de wegen, als oneindige trechters
zuigend in het land. In het midden ligt de
stad met zijn achterbuurten, spiegelruiten,
politie met pistolen, zijn honger en zijn par-
fums. Hij slaapt op een bank en wordt voort-
gejaagd. Hij zoekt werk en wordt geslagen
door werkloozen. Hij komt in lompenpak-
huizen #n achterhoven van woonkazernes.
En meet heel de, diepe ellende aan dezen
gerafelden zelfkant van het bestaan. "Waar-
voor hij tenslotte zijn leven geofferd heeft.»
De zedelijke en menschelijke beteekenis
van dit boek, van deze schoone Sebastiaan-
legende, blijft den lezer in het geheugen
gegrift.
Hindus, M. : Ontredderde Wereld, 266 blz.
Amsterdam, N. V. E. Querido s U. M.,
1931. fl. 3,50
Een boeiend boek over een zeer actueel
onderwerp. De inleiding van Dr J. Romein
leert ons o.m.:
« Hindus kende het oude Rusland, zooals
hij het nieuwe kent. Hij is er geboren en
toen hij het op zijn jeugdigen leeftijd ver-
liet, onder omstandigheden, die hij zelf in
zijn « Voorwoord » beschreven heeft, was het
nog op en top het oude Rusland. In 1923
heeft hij voor het eerst zijn geboorteland
teruggezien in de volheid van zijn weder-
geboorte en sindsdien heeft hij het, jaar op
jaar bijna, bereisd van de Krim tot Charbin.
Maar behalve de eigenaardigheid van zijn
lot, dat hem als het ware voorbeschikt heeft
om een boek als dit te schrijven, behalve
de kracht van zijn voorstellingsvermogen, zoo
Ongemeen scherp en direct, en behalve de
vaardigheid van zijn pen, welke die van
tallooze, ook goede romanschrijvers verre te
boven gaat, ligt in zijn methode nog een
omstandigheid, die dit boek tot een bijna
ideale inleiding op het Nieuwe Rusland maakt.
Hindus gaat niet uit van de dingen, maar
van den mensch. Hij beschrijft de revolutie
in den mensch, de veranderingen, die de
veranderde buitenwereld in hem veroorzaakt
en waardoor hij op zijn beurt weer verande-
ringen in die buitenwereld veroorzaakt.
Verder heet dit boek nog « een boek voor
de volwassenen naar den geest ».•
Een propagandawerk, maar objectief en
wetenschappelijk.
Höweler, Casper : Muziekgeschiedenis in
beeld. Amsterdam, H. J. Paris, 1931, 120
blz. -{-XX. Ing. fl. 8; geb. fl. 9,25
Tot vóór korten tijd bestond de gedo-
ceerde Muziekgeschiedenis in Konservatona
en Muziekscholen uit namen, jaartallen en
wat vage feiten. Geleidelijk werd die dorre
methode leven ingeblazen door het ver-
schijnen van uitstekende musicologische wer-
ken en speciaal Voor het onderlicht van
Höweler. Höweler’s prachtig, zoo juist ver-
schenen werk «Muziekgeschiedenis in beeld»
(aansluitend bij zijn «Inleiding tot de Mu-
ziekgeschiedenis») is als de zon op het tot
leven gewekte. Van de oudste tijden af tot
heden krijgen wij een beeld, dat onuitwisch-
baar doordringt. Höweler’s « M. i. B. » doet
niet onder voor Poelhekke en de Vooys :
Platenatlas bij de Ned. Literatuurgeschiede-
nis. Van formaat is het nog grooter dan ge-
noemd we rk (25 x 37,5) en het bevat 388
afbeeldingen met uitvoerige bijschriften. Een
zeer gemakkelijk register vervolledigt het
prachtwerk, dat samensteller en uitgever
tot bizondere eer strekt. Höweler s « M. i.
B. » zal, ook in Vlaanderen, bij musicus en
vakstudeerende, zoowel als bij den gewonen
muziekliefhebber beslist zijn weg vinden. Bij
een eventueelen herdruk zouden enkele
Vlaamsche koppen dit boek nog vollediger
maken.
Hudson, W. H. : De kleine zwerver. Uit het
Engelsch vertaald door Henk v; Laar.
160 blz. geill. fl. 1,30; geb. fl. 1,90
Nynke van Hichtum schrijft o.m. in de
inleiding : De mijnheer, die het schreef......
zwierf,toen hij nog een jongen was, veel al-
leen rond in de vrije natuur en droomde dan
allerlei heerlijke droomen en stelde zich aller-
lei wonderbare en onmogelijke dingen voor,
die met hem zouden kunnen gebeuren als
hij nu eens niet naar huis terugging, maar
de wijde wereld introk. Toen hij later nog
eens nadacht over die tijden besloot hij e'ens
een boek te schrijven, dat hij zelf als kind
echt mooi zou hehben gevonden. Zoo is ciit
boek van den kleinen Martin ontstaan en het
is een mooi boek geworden ! Want de schrij-
ver weet prachtig te vertellen en geen mensch
kan de natuur en haar schepselen meer lief-
hebben, dan hij. »
212 |