Full text |
h. neef s : het openbare bibliotheekwezen te lier:
een historisch overzicht.
Reeds meer dan 100jaren wacht de Lierse Stadsbibliotheek op een aangepast gebouw.
Naar moderne maatstaven ligt het rendement van het boekenbezit zeer laag. Om tot een
efficiënte uitbating van de bibliotheek te komen zal nieuwbouw, vermeerderen van het
aantal openingsuren, aantrekken van gekwalificeerd personeel, opzetten van een public-
relationsplan onontbeerlijk zijn.
Een grotere inzet van de Bibliotheekcommissie en van de Lierse Cultuurraad zal nodig
zijn om het Stadsbestuur tot grotere financiële steun te motiveren. Pas wanneer de
bibliotheek erkend wordt als "Middelbare bibliotheek” zal ze haar rechtmatig deel uit
de subsidiepot van Staat en Provincie verwerven.
Waarschijnlijk weten weinige Lierenaars dat hun Stadsbibliotheek meer dan 100jaren
bestaat. Dat Lier een Stedelijke Volksbibliotheek bezat, vóór Antwerpen en Mechelen, is
begrijpelijk uit het feit dat deze stad tijdens de negentiende eeuw een zetel van intense
intellektuele en artistieke bedrijyigheid was. Willem I richtte er in 1817 de eerste Normaal-
school op, die een grote literaire belangstelling ontwikkelde.
Zo behaalde Jan Van Beers, professor aan deze normaalschool, de eerste prijs van Vlaamse
dichtkunst in 1860, ter gelegenheid van het inwijden van het standbeeld van Jacob Van
Maerlant. De professor M. Sleeckx ontving de prijs van de Vlaamse dramatische kunst
met het toneelstuk Gretry in 1862.
De Gemeenteraad maakte reeds in 1849 plannen om een "boekerij” te stichten. Dit leidde
in 1862 tot het benoemen van een commissie, die prompt een oproep tot alle burgers
publiceerde in alle Lierse kranten om boeken te schenken tot oprichting van een
Volksbibliotheek. Dank zij de vrijgevigheid van vele Lierenaars en van het "Staatsbestuur”
groeide de eerste collectie uit tot 1500 boeken. Het stedelijk bestuur stelde de onderste
vertrekken van het Stadhuis ter beschikking. Deze ruimten waren tot dan toe verhuurd
als herberg met de naam "Stadskelder”. Op 3 mei 1863 betraden de Lierse boeken-
liefhebbers voor het eerst hun bibliotheek, wellicht zonder drempelvrees. Tot de eerste
promotors van de bibliotheek behoorde Anton Bergmann, schrijver van Ernest Staes, wiens
standbeeld nog op de Lierse Vesten te bekijken staat.
Hij zetelde in de eerste commissie. In 1875 betaalde zijn weduwe de eerste catalogus
van de Lierse bibliotheek ter zijner nagedachtenis. Deze catalogus (lijst van aanwezige
boeken) was in boekvorm gesteld en werd aan alle leden gratis geschonken !
Naast een grote hoeveelheid Franstalige werken, bezat de bibliotheek toch al een deel
volkslectuur. 160 boeken van H. Conscience (dubbels), 43 werken van de gebroeders
Snieders, 50 vertalingen van de Engelse schrijver Ch. Dickens (1875).
De eerste bibliothecaris-archivaris A. Coene leende tijdens het eerste bestaansjaar liefst
9324 boeken uit. Het succes overtrof de verwachtingen. Het feit dat rond 1860 verschillende
adultenscholen in Lier gesticht werden, zal dit succes wel in de hand gewerkt hebben.
Naar moderne opvattingen lijkt het uitleental klein. We moeten er echter rekening mee
ou en dat op dat ogenblik de stad 15.271 inwoners bezat, een groot gedeelte van de
evolking nog analfabeet was en de bibliotheek slechts 2 uitleendagen (donderdag en
ZOn ^oen werc* elk boek gemiddeld 6 maal per jaar uitgeleend (9324 uitleningen
me oeken). Thans met bijna een dubbel aantal inwoners wordt het gebruikscoëffi-
cient van 1,32 behaald (68.000 uitleningen met 50.000 boeken in 1972).
24 / Bibliotheekgids — Jg. 51____Nr. 1___1975 |