Full text |
onderhoud en verwarming. Reeds meer dan 15 jaren woonde de Lierse boekenschat in
een toonbeeld van : Hoe een bibliotheek niet mag zijn ! ! !
Gelukkig gaf ook het stadsbestuur zich rekenschap van deze slechte behuizing. Er wordt
dan ook ijverig naar een beter onderkomen uitgekeken. Wanneer de middelbare meisjes-
school leeg loopt, tracht men dit gebouw te bekomen. Er wordt vlijtig gecorrespondeerd
met diverse ministeries, wat tot gevolg heeft dat de lokalen van de Schoolstraat op 31
december 1958 ter beschikking van de stadsbibliotheek worden gesteld. Oorspronkelijk
hoopte men de bibliotheek daar definitief te vestigen en de klaslokalen grondig aan te
passen. Verschillende ontwerpen en plannen werden getekend. Er werd zelfs een studie-
bezoek gebracht aan de bibliotheken van Keulen en Düsseldorf door de schepen van
cultuur, de stadsarchitect en de bibliothecaris. In 1957 echter verscheen er een koninklijk
besluit, dat de tussenkomst van 60 % in de uitgaven voorziet bij de uitvoering van
bouwkundige werken aan bibliotheken. Deze staatssubsidie werd natuurlijk gekoppeld aan
normen en van het relatieschema tussen de verschillende afdelingen van de bibliotheek
wordt stilaan duidelijk dat de klaslokalen erg moeilijk om te bouwen zijn tot een moderne
bibliotheek. Tenslotte worden ook de Lierse plannen door de Brusselse subsidiebeheerders
afgekeurd. Het Liers boekenbezit verhuisde ondertussen naar de oude klaslokalen, die
enkele luttele veranderingen ondergingen en waar het nog steeds gehuisvest is. Door
verhoging van de toelagen wordt het mogelijk de boekencollectie jaarlijks sinds 1950
met een duizendtal boeken te vergroten. De Lierenaars ontdekken dan ook langzaam welke
bron van ontspanning en informatie achter de oude gevel van de gewezen middelbare
meisjesschool verborgen zit.
Honderd jaren na de stichting van de stadsbibliotheek is het boekenbezit van 1.500 boeken
gegroeid tot 36.383, het uitleencijfer van 9.324 tot 41.983.
In analogie tot de kapitaalswereld is de R.O.I. (Return On Investment) te laag, waarmee
bedoeld wordt dat er een wanverhouding bestaat tussen uitleenpotentieel, beperkt door
relatief kleine uitleencapaciteit enerzijds, en anderzijds de in de bibliotheek geïnvesteerde
activa. De Lierse beiaard speelde niet bij het 25-jarig ambtsjubileum van de vergrijsde
bibliothecaris. Ook de Lierse Reuzen dansten niet op de straat bij het eeuwfeest van de
"boekerij”, zoals de traditie het wenst. Waarschijnlijk trachtte men in Lier al die mislukte
plannen en Brusselse ontgoochelingen te vergeten.
Toch is er hoop dat het 125-jarig bestaan van de Lierse Stadsbibliotheek met het gepaste
gefeest én in een nieuwbouw zal gevierd worden. Alvorens Lier aan dat plezier toekomt, zal
er toch nog wat gewerkt moeten worden...
Literatuuropgave.
1. Brande, Ignace van den. De stedelijke volksboekerij van Lier. In : Bibliotheekgids, nr. 3.
Jaargang X, juli 1931, blz. 101-109.
2. E.L. (A.O. Vermeiren) De stads-volksbibliotheek van Lier. In: Lyrana. (Jaargang 3),
1911, blz. 192-194.
3. Kataloog der Stadsboekerij ; (Leeszaal.) Lier, Druk. Van In, 1910.
4. Lierre rapport de 1855 à 1863. Lierre, Impr. Van In. (3 Delen)
5. Moons, A. Ontstaan en ontwikkeling der stedelijke volksboekerijen van Antwerpen, 1865-
1925. Antwerpen, Druk. Ruquoy, Delagarde en Van Uffelen, 1925.
Bibliotheekgids — Jg. 51 — Nr. 1 — 1975 / 31
6. Register der zittingen van den Raad van 1862 tot 1935. (onuitgegeven)
7. Verslag over het bestuur en den toestand der zaken van de stad Lier. Dienstjaren 1862
tot 1932. Lier, uitg. J. Van In (1863-1934).
8. Verslagen van de vergaderingen van de bibliotheekcommissie van 24 juni 1935 tot 5
juni 1974. (onuitgegeven)
9. Volksbibliotheek; kataloog der werken. Lier, Druk. Van Mol, 1875.
Bibliotheekgids — Jg. 51 — Nr. 1 — 1975 / 31 |