Full text |
met primitieve rangschikking. Advokaat I. Van Den Brande, die tijdens de eerste wereld-
oorlog tijdens zijn verblijf in Nederland wat inzichten verwierf over bibliotheektechnische
aspecten, kon die inventaris geen catalogus noemen. Er komen dan ook een reeks
voorstellen uit de bus : ”Op de bovenbordes een afsluiting aanbrengen zodanig dat het
publiek beschut kan staan. Een of twee tafels met stoelen aan de beschikking van het
publiek te stellen, en de grote verbindingsraam op te maken. De elektrische verlichting
overal aanbrengen. Een inventaris opstellen t.t.z. een catalogus opstellen volgens model
van het 'Internationaal bibliografisch instituut’. Een hulpbibliothecaris aanstellen voor het
opstellen van een catalogus op steekkaarten, liefst een jong onderwijzer met bibliotheek-
diploma. De bibliotheek openstellen alle dagen van 5 tot 8 uren 's namiddags. In de gang
van het Museum duidelijk aanwijzingen aanbrengen (Richtingspijl).” Na kennisname van
dit rapport, vermeldt het gemeenteraadsverslag eveneens : "De raadsleden Vanderpoorten
en Vercammen zijn van mening dat de toestand dringende verbeteringen vergt.”
Tijdens de twee volgende jaren wordt er in het jaarverslag van de stad Lier in alle talen
gezwegen over de boekerij. Er wordt alleen melding gemaakt van het bestaan van
"letterkundige kringen : De Liersche afdeling van het Davidsfonds, De Liersche afdeling
van het Willemsfonds en Hooger Op, Studentegild."
Wel is in de Lierse begroting een uitgave van 1.099,30 fr. voor boekenaankoop, voor
feestelijkheden wordt het jaar daarop 45.000fr. uitgegeven! Nadat de Gemeenteraad een
voorstel tot verhuizing van de stadsbibliotheek naar de Vredeberg-zaal ter "onderzoeking”
opzij gelegd had, diende de voorzitter van de onderzoekscommissie zijn ontslag in.
Er waren sinds het inleveren van het rapport inderdaad twee jaren verlopen ; er waren
nog geen resultaten merkbaar. De goede man vond dat het welletjes was en gaf er de
brui aan ! Het zal nogmaals 17 maanden duren vooraleer er schot in de zaak komt. In
1935 werd Schepen J. Van Hoof lid van de bibliotheekcommissie en wees deze beheerraad
op zijn taak: de reglementen herzien, een nieuwe catalogus per decimaal stelsel invoeren,
de leemten in het boekenbezit aanvullen. Het is opvallend dat een politicus, die zich
waarschijnlijk rekenschap gaf van de verloren subsidies, de beheerraad diende te vertellen
wat zij moesten doen.
In de loop van dit eeuwenoude verhaal kan men zich niet van de indruk ontdoen dat
de bibliotheekcommissies eerder bestonden uit boekenliefhebbers dan uit bibliotheek-
promotors. De verslagen van hun vergaderingen zijn een opsomming van boekentitels,
voorstellen tot aankoop. Nergens uit blijkt hun bekommernis voor het gebruik van die
boeken, of die boeken wel of niet door hun stadsgenoten gelezen worden.
Eindelijk betere tijden.
Dank zij de interpellatie in de Gemeenteraad van J. Van Hoof, wordt M. Boschmans belast
met het stellen van een catalogus met decimale indeling. M. Boschmans, bibliothecaris
van de Vrije bibliotheek Kranske" en onderwijzer aan een stedelijke lagere school, wijdde
zijn zomervacantie aan dit omvangrijke werk. Traditiegetrouw werd er van betalen niet
gesproken.
Veertien jaren na het uitvaardigen van de Belgische bibliotheekwet waarin catalogisatie
volgens internationale normen vereist is tot erkenning, verwerft de stadsbibliotheek dit
onmis aar bezit ter subsidiëring, nml. in september 1935 ! Vanaf die tijd gaat M. Boschmans
zie ont ermen over de Stadsbibliotheek met een idealisme, dat in de tweede helft van
e wintigste eeuw onwerkelijk aandoet. De volgende jaren lijken een lange speurtocht
.° aan 00p van boeken, die de vorige bibliothecaris verwaarloosde aan te kopen en in
on s t uishoren. Ook verouderde boeken worden afgevoerd door een openbare
28 / Bibliotheekgids — Jg. 51______A/r. 1___1975 |