Full text |
Een der grondregels van alle gezonde catalographie op het stuk van het
hoofdwoord is : alle werken van één en denzelfden auteur immer onder één
en denzelfden naamvorm te groepeeren. Als dusdanige naamvorm wordt
gewoonlijk aangenomen: de volledige origineele of een door het gebruik
geijkte naam. Het consequent toepassen van dit voorschrift — wat daarom
nog niet beduidt dat ook hier niet oordeelkundig moet te werk gegaan wor-
den — levert een hoofdwaarborg voor de noodzakelijke eenvormigheid en
eenheid in den catalogus, conditio sine qua non van de bruikbaarheid van het
geheel.
Hiermee nu wordt niet alleen bedoeld dat de gebeurlijk voorgeschrevene
omzetting van sommige bestandcieelen in met partikelen aanvangende namen,
steeds voorschriftmatig moet doorgevoerd worden, maar veeleer dat de eens
vastgelegde spelling van eiken naam steeds immer gelijkvormig op alle daar-
voor in aanmerking komende hoofd- en ondergeschikte titelbeschrijvingen
moet aangebracht worden. (7) .
Wanneer we het dus hadden over de noodzakelijkheid van de eenvor-
migheid van één en denzelfden naam, hadden we op het oog niet zoo zeer de
eenvormige opeenvolging der onderscheiden samenstellende elementen van
den familienaam — die voor elke categorie door een bepaalde catalographi-
sche regel geregeerd wordt — dan wel de immer te eerbiedigen volledigheid
en eenvormige graphie van den als hoofdwoord aangenomen auteursnaam,
voorwaarden die in elk voorkomend geval moeten vervuld worden. Dat het
vaststellen van den vereischten volledigen en geschikten • naamvorm in de
meeste gevallen verdere opzoekingen vereischt dan het eenvoudig doorloo-
pen van het titelblad van het te catalogiseeren werk is klaarblijkend. Hoe
vaak immers komt het niet voor, dat er op het titelblad alleen initialen van de
voornamen verstrekt worden, dat er een pseudoniem wordt voorgelegd of
zelfs dat er een verkeerde schrijfwijze van den naam geleverd wordt. Voeg
daarbij dat de Amerikaansche catalographische code vereischt dat de geboor-
te- en (gebeurlijk) de sterftedatum na den naam op de steekkaart vermeld
wordt, en men zal onmiddellijk inzien dat de catalograaf aldaar noodgedwon-
gen een heel stel informatiemateriaal moet doorwerken om den eenen en
eenigen te gebruiken vorm van het vereischte hoofdwoord volgens al de
regels van de kunst te smeden. Maar even duidelijk zal het dan ook gebleken
zijn dat het niet opgaat voor elke titelbeschrijving telkens opnieuw dezelfde
opzoekingen en dezelfde beraadslagingen tusschen de verantwoordelijke cata-
lografen te herhalèn. Een naam die éénmaal in den catalogus als hoofdwoord
van een titelbeschrijving voorkomt, mag aanzien worden als de vorm die in
de toekomst zich in algemeenen regel zonder verderen omhaal opdringt.
Tabula rasa maken van al het voorgaand moeizaam geleverd werk, ware
(7) Op den chaos, voortvloeiende uit sommige regels en «gebruiken» betreffende de omzetting
in enkele groepen namen met partikelen, zooals die toegepast worden in sommige onzer
leidende bibliotheken, hopen we later nog terug te komen.
91 |