Full text |
27. Kunsttentoonstellingen (Belg.
school) 250.000
28. Wedstrijd schilderkunst, kommis-
sies, volkslied, enz. 168.000
Die uitgave van ongeveer 10.000.000 fr.,
op een begrooting van ongeveer 1 milliard
fr. of een 100® is waarlijk beschamend in
een land, dat steeds den naam had van kun-
sten en letteren te beschermen 1
Oprecht treurig is het, dat die toelagen
eerder verminderen, dan toenemen omdat de
sociale wetgeving, hoe verheugend ook op
zich zelve, bijna alle uitgaven opslorpt.
Zoo werd in 1931 : 1 millioen voorzien,
voor aankoop van kunstwerken en in 1937
nog 300.000 fr. !
Zoo beliep de steun aan artiesten 300.000
fr. in 1931 en in 1937: 150.000 fr.
Zoo werd de toelage aan Vlaamsche, Fran-
sche en Waalsche letteren gebracht van fr.
990.000 (1931) op 339.000 fr. (1937) en
deze van de openbare bibliotheken van fr.
1.600.000 (1931), op 1.000.000 (1937).
Op deze 4 posten alleen is er dus een ver-
mindering van meer dan 2.000.000 fr. !
En hier weze ook nog terloops de vraag
gesteld, waarom de Fransche en Waalsche let-
teren samen 160.000 —25.000érill||jl 85.000
fr. opstrijken, wanneer aan de Vlaamsche let-
teren, die een grootere plaats bekleedt, slechts
154.000 fr. geschonken wordt.
Geen wonder dat Louis Verschaegen, in
« L’Avant Garde », een noodkreet slaakt, en
hij België, wat de kultuurverspreiding in Euro-
pa aangaat, stelde op den 15n rang. na Bul-
garije! Ook Max Gevers in «La Métropole»
en Charles Bernard in «L’Indépendance» vroe-
gen dat meer zou gedacht worden aan de
kunst, de letteren, de wetenschap, aan de groote
denkers en durvers, de verspreiders van meer
schoonheid, meer goedheid, meer roem.
Reeds vroeger wezen we op den nood der
openbare bibliotheken, die slechts een toelage
van 1 millioen genieten, daar waar de meeste
groote Engelsche en Nederlandsche steden deze
som overtreffen en Antwerpen meer uitgeeft
voor haar bibliotheken, dan de Staat aan de
2000. die in Vlaanderen en Wallonië bestaan.
«De deuren van onze musea moeten open!»
zooals Capart het schreef in « La Dernière
Heure», want het is beschamend, dat de mees-
te zalen onzer kunsttempels gesloten blijven,
bij gebrek aan bewakers of personeel I
Ons land is niet alleen het verblijf van han-
delaars, kooplui, werklieden en boeren. Het
was ook steeds een verzamelplaats van arties-
ten en denkers en deze laatsten vormen het
kruim der bevolking.
België is een klein land, dat zijn groot artis-
tiek verleden moet waardig blijven en dat groot
kan zijn door zijn kuituur.
Aimé DE CORT.
ONTVANGEN BOEKEN
Allen, Hervey: De slag bij Aquila, 291 blz.
Amsterdam, Elsevier, 1938. fl, 2,90
Ook de Nederlandsch lezenden hebben met
de fantasierijke en> romantische boeken van de-
zen schrijver gedweept.
Het nieuw boek zal niet minder inslaan. Het
is een klein verhaal in verhouding met zijn
groote romans *n speelt in den tijd van den
Amerikaanschen burgeroorlog, in den strijd
tusschen Noord er Zutd.
Kolonel Franklin van ’t Noordelijk Leger,
een bekwaam militair, is de hoofdfiguur. Hij
is geen fanatiek partijman, verfoeit in zijn
hart den oorlog, doch strijdt in de eerste plaats
voor de eenheid van zijn land.
Op hoog bevel moet hij het huis van de
zuidelijke familie Crittendom in brand steken
Door zijn gentleman-like optreden wint hij de
achting van Mrs. Crittendon, de Engelsche
vrouw van een majoor uit het Zuidelijk Le-
ger, die in den strijd was gesneuveld.
De herinnering aan Mrs. Crittendon verlaat
kolonel Franklin gedurende de gevechten niet.
Na den slag bij Aquila, die tot de schoonste
gedeelten van het boek behoort, wordt Fran-
klin zwaar gewond een veldlazaret binnenre-
bracht en daar door Mrs. Crittendon Ver-
pleegd. Zij redt zijn leven. Als de kolonel
langzamerhand gënëëst, sluiten zij een onver-
breekbaar verbond, en trekken in het voorjaar
naar het Noorden, naar Franklins huis.
Arnold, J.: 'Het Mysterie van London Bridge.
210 blz, Leuven, Davidsfonds, 1938. fr. 15
Het Davidsfonds offert a'an de mode van
den dag! Een eerste detectiefverhaal wordt
aangeboden. Laat ons er maar direct aan toe-
voegen dat de keus redelijk is en het publiek
zal behagen.
Berend, Alice: Ria’s Amerikaansche tournee.
Vert, uit Duitsch door R. Endt-Goedkoop.
203 blz. Amsterdam, Wereld-bibliotheek,
1938. - geb. frs. 26,60
Ria had roem, lauweren, goud, schittering,
onsterfelijkheid opgeofferd om met Paul Böhlke
te huwen: Na twintig jaar was hij daar nog
dankbaar voor, en poogt hij, ten koste van
groote opofferingen, haar jeugddroom tot wer-
kelijkheid te maken. Hoe deze werkelijkheid
meedoogenloos de droom vernietigt, wordt met
98 |