Full text |
Russische literatuur eens het lezend publiek schonk.
Ventura Garcia Calderon verzamelde een reeks korte vertellingen,
« Récits de la Vie Américaine » (Paris, Payot), wrange en met bloed
gekleurde verhalen van liefde en haat, ontleend aan het leven der
afstammelingen van ontwortelde Spanjaarden en Indianen, werk van
J. S. Alvarez, H. Quiroga, A. Maya, J. de Viana, R. J. Payro, A.
Arinos, M. Leguizamon, D. F. Sarmiento, C. Hispano, A. Rangel,
L. Lugones, A. Hernandez Cata, R. Palma, R. Fernandez Guardia,
M. Bernardez, C. Reyles, Magon, A. Sux, J. C. Davalos, Coelho
Netto, F. Mocho____
V. G. Calderon is zelf een uitmuntend verteller. « La Vengeance
du Condor » heet de bundel vertellingen, ontleend aan het Peruviaan-
sche leven (Paris, Ed. Excelsior) in vertaling van M. Dairaux en F. de
Miomandre. De legende der oude beschaving, oerinstincten van de oor-
spronkelijke bevolking, Europeesche beschaving gemengd met overle-
veringen van Spaansche inwijkelingen verleenen aan de vertellingen
van dezen te Parijs gevestigden Peruviaan een eigenaardige bekoring.
Er schuilt daarbij weemoed en heimwee in deze herinneringen aan het
verre vaderland.
Zoo pas verscheen ook een bloemlezing van Catalaansche vertel-
lers, « Conteurs Catalans » (Paris, Libr. Perrin), bezorgd door A.
Schneeberger, waarin o. m. bladzijden van N. Oller, S. Russinyol, J.
Ruyra, V. Catala, P. Corominas, J. Carner, A. Maseras, R. Casellas.
Na uren met vreemde vertellers te hebben doorgebracht is het een
weelde meer eens te genieten van het werk van den grootmeester der
Vlaamsche vertellers : C. Buysse. - ,
In « Typ en » (Gent, van Rysselberghe & Rombout) bewonderen
wij een rijp schrijverstalent dat voor geen buitenlandsch verteller moet
onderdoen. Deze typen zijn ons vertrouwd, het zijn menschen uit
Vlaanderen waarvan Buysse vertelt op eigen sappige, levendige en
humorvolle wnze. Elk boek van Buysse is ons een kostbaar bezit en
een vreugde. Elk verhaaltje is een trillend stuk leven, ruimer aan
inboud, aan emotie en menschelijkheid dan wat menig geprezen kun-
stenaar in het breeder raam van een roman weet op te zetten.
In «Typen» waardeeren wij nogmaals Buysse in volle kracht en
argelooze openhartigheid. Op menige bladzijde gunt de schrijver ons
immers een blik in zijn eigen gemoedsleven. Een paar vertellingen,
o. m. het schrijnend Amerikaansch schetsje «Tickets », verschenen
lang geleden in tijdschriften, maar meest alles wat in dit lijvig boek
voorkomt danken wij aan zijn werklust van de laatste maanden. Het is
alles nog even gaaf, even frisch.
Onder al de Vlaamsche schrijvers is en blijft Buysse ons een toon-
beeld van onverzwakte werkkracht in vollen bloei van een rijp en even-
wichtig talent.
L. B.
161 |