Full text |
de titelbeschrijving, de opbouw van de catalogus, de boekenplaatsing, de uitleenwijze,
enz... Ik vraag me zelfs af of er bij ons twee catalogi te vinden zijn die op dezelfde wijze
zijn opgebouwd. En in het huidig systeem, waarin ieder zijn eigen potje kookt, is er
daarmee geen vuiltje aan de bibliotheeklucht.
Dat een lezer, die in verschillende bibliotheken komt, telkens een geestelijke akrobaten-
toer moet uithalen ? Wie zal dat een zorg zijn zolang die lezer niet protesteert. Ondanks
het gunstig klimaat daartoe zie ik nog geen "Bond van Ontevreden Bibliotheekbezoekers
tot stand komen”. Na enkele jaren lezerspraktijk zal onze lezer wel weten dat bijvoorbeeld
een ”de la Fontaine” in catalogus A eigenlijk "Fontaine” heet, in catalogus B la Fontaine
en in catalogus C ”de la Fontaine”, tenzij natuurlijk ”la” aan "Fontaine vasthangt en
tenzij de arme lezer dat weet, want dan is het "Lafontaine” in bibliotheek A ®n d®
Lafontaine” in bibliotheek B en C. De hoogste vorm van geluk bereikt de lezer als de
en "la” beide aan "Fontaine” vasthangen want dan is onze lezer zeker, de naam overal
als "Delafontaine” terug te vinden. Dit alles natuurlijk op voorwaarde dat de lezer precies
weet hoe de naam wordt geschreven...
Ik haal dit voorbeeld enkel aan, om te wijzen op een reëel probleem, ook bij een auto-
matische informatieverwerking. Uniformering aan de bron, bij de invoer, is nodig, zome
hevelt men de last van een eventuele centrale catalogisering of catalogisering in samen-
werking, volledig over naar de centraliserende dienst.
Ik kan U uit eigen ervaring wel zeggen dat het voor een dienst ’ centrale catalogus
dikwijls een heksentoer is om de beschrijvingen, opgesteld volgens tien verschillende
werkwijzen, bijeen te brengen in één eenvormig systeem, en dàt, zonder dat men
documentatie zelf kan raadplegen ter controle. Ik wens de makers van een centrale
catalogus van monografieën dàt, om te beginnen, een rustiger leven toe.
Eerste voorwaarde voor een efficiënte samenwerking is dus : uniformiteit in de catalogra-
fische regels. We kunnen hier niet met een schone lei beginnen. Er is met alleen de
traditie en er zijn niet alleen de nationale of taalkundige eigen-aardigheden ie men me
altijd kan negeren, er is ook het feit dat op internationaal gebied, tijdens de jongste
10-15 jaar reeds heel wat gepresteerd is waaraan men niet kan voorbijgaan. Ik heb ze
reeds vernoemd, de ISBD(M), ISBD(S). ISBN, ISSN, ISDS, UBC, MARC, Intermarc, Um-
marc... (2).
Als we rond ons kijken, dan zien we hoe in cnze buurlanden de catalografische regels
stelselmatig worden aangepast aan de internationale afspraken. Ik vernoem de voornaams e
voor ons :
- de Nederlandse Rijksregels ;
- de Franse AFNOR (3) voor titelbeschrijvingen ;
- de Duitse RAK (4) ;
- de AACR (5).
Men kan bij het hérdenken van de eigen regels niet uitsluitend uitgaan van de vraag
of men akkoord is met de ISBD's of met de MARC-filosofie. Er is het feit dat men met
alleen aangewezen is op onderlinge samenwerking - nationaal dan. Een Belgische cata
logisering in samenwerking zal ook gebruik maken van gegevens van buiten onze grenzen,
en onze gegevens zullen ook in het buitenland gebruikt worden, waarom niet. Denk maar
(2) Unlmarc : Een overkoepelend MARC-formaat voor verschillende soorten van publikatles an mater a en,
dat thans door de IFLA (International Fédération of Library Associations) wordt uitgewerkt.
(3) AFNOR : Association française de normalisation.
(4) RAK : Regeln für die alphabptische Katalogisierung.
(5) AACR : Anglo-American cataloguing rules.
6 / Bibliotheekgids — Jg. 52 — Nr. 1 — 1976 |