Full text |
oprichting van een centraal comité dat de concertatiefunctie zou vervullen tussen "dege-
nen die de fondsen, aan de Wetenschappelijke en Technische Informatie toegewezen,
(zouden) beheren en (...) diegenen die bij de overbrenging van de W.T.I. (zouden) tussen-
komen...” (1) en dat anderzijds aan de openbare besturen programma’s zou voorleggen
en uitwerken na goedkeuring door de overheid.
De allereerste reactie van de hoofdbibliothecarissen was er een van ontsteliing, van
gebruikt worden, vooral omdat het bewuste document een aantal tendentieuze, eenzijdige
en zelfs foutieve gegevens bevat die waarschijnlijk als doel hadden aan te tonen dat
hoofdzakelijk slechts één instelling in het land in staat mocht geacht worden de vraag van
de I.C.W.B. positief te beantwoorden.
Zelfs nadat de medewerking van de universiteitsbibliotheken was opgeëist en bekomen is
een gevoelen van wantrouwen nooit ten volle verdwenen. Twee ernstige fouten werden
begaan door de verantwoordelijken : het over het hoofd zien van bibliotheken die in directe
relatie staan met het wetenschappelijk onderzoek en terzelfdertijd het accentueren van
de scheve taakverhoudingen die in de Belgische bibliotheekwereld schering en inslag zijn,
in plaats van een poging aan te wenden om naar een meer normale taakverdeling te
evolueren.
32. Probleemstelling
Omwille van de kans om tot een uitgebreide vorm van interbibliothecaire samenwerking
te komen kan er beslist gejuicht worden. Dat de samenwerking echter vanuit een zeer
beperkt standpunt t.o.v. het geheel van de bibliotheekwerking wordt benaderd moet
betreurd worden. Dat een dergelijke methode werd gevolgd mag waarschijnlijk worden
toegeschreven aan het niet-vertrouwd zijn met de behandeling van dergelijke bibliotheek-
materie zoals dit in vele landen gebeurt.
Nog meer dan in grote landen moet een dergelijk initiatief worden toegejuicht in een klein
land waar alle bibliotheken samen als het ware één "global village” vormen, om Marshall
McLuhan na te praten.
Het kan er op lijken dat hier een open deur wil ingetrapt worden wanneer zou uitgewijd
worden over het nut, eventueel de noodzakelijkheid, van informatieapparaten zoals een
centrale catalogus en de aanwending van bestaande catalografische beschrijvingen, althans
wanneer deze media niet tot doel op zichzelf worden gekroond, maar wel als hulpmiddel
worden uitgeroepen tot meer efficiënte en meer uitgebreide informatie aan de gebruiker,
die zowel lezer als bibliothecaris kan zijn. En dan mag de "lezer” gerust geïnterpreteerd
worden in de zin die Boekhanin er aan gaf.
321. De traditionele centrale catalogus
Het blijkt niet zo overbodig te zijn enkele korte beschouwingen te wijden aan deze
informatieoverdrager.
In een eenvoudige en eerste benadering mag een centrale catalogus omschreven worden
als één globale eenheid van gegevens waarin het bezit van het aantal deelnemende
bibliotheken in één rangschikking werd opgenomen zodat in menig opzicht een dergelijke
catalogus het wezen van de bibliografie benadert. Voor wie diepgaand de specifieke
(1) Cfr. supra p. 10.
Bibliotheekgids — Jg. 52 — Nr. 1 — 1976 / 11 |