Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>Tweede Bedrijf.</p>
<p>Zelfde salon als in het vorig bedrijf, doch rijker versierd. De lessenaar is vervangen door eene nieuw modiseLe piano. Andere tafel en rijkere stoelen. Nieuw garnituur op de schouw.</p>
<p>Eerste Tooneel.</p>
<p>JAN, alleen, gekleed met eenen frak, vloeren ondervest, enz. Bij het optreden spreekt hij tusschen de schermen. Ja, ja, draag dat alles naar boven op het zijkamertje, (Naar voren komende.) en laat mij, om de liefde Gods, gerust! Ik weet niet meer waar mijn hoofd staat. Eene vrouw, en vooral een jong meisje, in uw huis ontvangen, dat is waarlijk geen klein spel ! Wat heeft zij pakken, kisten, hoeddoozen ! Ge zoudt met al hare vodden een geheel weezenhuis kleeden. Brar Adolf zag er niet nauw op, om zijne dochter van opschik te voorzien !... Die naam klinkt mij nu vervaarlijk in het 00r... 't Is maar dat ik zijn geld... Bah! Denken wij daar niet aan! Het is beter in mijne handen, dan in de hare... en aangezien zij daarvan toch het bestaan niet kent, zal zij er geene hoofdpijn van hebben... De wereld is toch zoo; wanneer men gelegenheid vindt om zich te verrijken, mag men die niet</p>
<p>ADOLF. Ta ! ta! Meisje, het is beslist, en 't is overigens te laat om daarop terug te komen, het schip wacht mij. Kom, nicht, een hartelijke kus tot afscheid. (Hij omhelst haar en raagt met de hand een' traan uit zijn oog.) Honderd boegsprieten! Zoudt gij gelooven dat de oude zeerob vochtige oogen krijgt !... Dat is wel de eerste maal! Brar, Jan, vaarwel. (Hij reikt hein de hand.) MINA, Adela omhelzende. Ik zal u verwachten, nicht. JAN, de hand zijns broeders drukkende. Tot wederziens, kar Dolf!</p>
</text>
|