| Full text |
18 De nutttsheid cn invloed
3
zongen. worden, en ook in huis van veel nut
zijn, onderrigten.
3. Wanneer gij uwen fcholieren een lied wilt lee«
ren zingen, kiest dan twee , drie of vier Kinderen
uit de overigen, die eene goede ftem en een goed
gehoor bezitten, en maakt met dezen eenen aan-
vang. Zingt hen eerst een vers van het gezang
behoorlijk langzaam, duidelijk en ove reenkoms:
tig. de maat voor, en laat het hen vervolgens
zachtjes „ en naderhand meer luid „ met u zingen,
tot dat zij het alleen, zonder uwe hulp, doen
kunnen. Op gelijke wijze handelt: gij met het
tweede vers; en wanneer nu deze uitgeko ozene
zangers een paar verzen van een lied kunnen zine
gen, zoo laat hierop eenige vande overige kine
deren, en vervolgens allen , die gij daartoe in
{taat oordeelt, eerst zachtkens, en daarna overe
luid mede zingen. Dat een fchoolleeraar de
ZangWwijze, welke hij den kinderen wil leeren,
zelf goed verftaan moet, fpreekt van zelf.
4. Hebt giij-nu met deze uitgekozen zangers
het zoo ver gebragt, dat zij eenige liederen ale
Jeen kunnen zingen, ’t geen het best in tusfchen-
uren, als gij met hen alleen zijt, gefchieden
kan „dan, kunt gij hen, bij den. aanvang of het
einde der fchool, verder onderrigten; dan moet
gij wel toezien; dat hier met het zingen niet te
veel tijd verloren ga, en de kinderen er geen
verdriet in krijgen. « Hierom moet gij hen nooit
meer dan twee of drie leerrijke verzen laten zine
gen, en hetzelfde lied, zonder dat het door een
ander worde afgewisfeld, niet te dikwijls herhae
len. Ook behoeft er, bij het begin en einde van
de fchool , juist niet altijd 2 Bonger te worden,
en kunt gi, wanncer uwe fcholieren zich Ee
den
? |
